Het bleek dat 218 kenmerken significante onderlinge samenhang vertoonden:
Via cluster-analyse werd gezocht naar een optimale categorisatie van de kenmerken.
(·) Aantal variabelen geclusterd (uit 218): 202.
(·) Aantal verkregen clusters van kenmerken: 30.
1. Kenmerken van onduidelijk taalgebruik: 3 (22 variabelen).
2. Uitspraken over processen m.b.t. het zelf 'op-zichzelf': 9 (58 variabelen).
3. Uitspraken over zelf in relatie tot omgeving: 5 (29 variabelen).
4. Sterke waarde-oordelen: 4 (33 variabelen).
5. Overmatige generalisaties: 6 (31 variabelen).
6. Kenmerken van onaannemelijke beweringen: 6 (29 variabelen).
1.
Onduidelijkheid:
3 (22).
(·) Passief, nominalisatie, weglating agens, sekse = man: 7.
(·) Gegeneraliseerde / ontbrekende patiens: 5.
(·) Vage term, mogelijkheid (gunstig), weglating datief: 10.
2.
Zelf:
9 (58).
(·) Proces zelf, motorisch: 3.
(·) Proces zelf, cognitief: 7.
(·) Proces zelf, tactiel: 3.
(·) Proces zelf, sensorisch, toestemming: 3.
(·) Proces zelf, evaluatie: 8.
(·) Proces zelf, voorspelling, onmacht, verdriet/angst: 12.
(·) Proces zelf, noodzakelijkheid, geen zelfcontrole: 5.
(·) Proces zelf, emotioneel, boosheid/ niet durven: 10.
(·) Proces zelf, fysiologisch, stress: 7.
3.
Zelf en omgeving: 5 (29).
(·) Extern/ Motorisch proces, algemeen: 5.
(·) Proces zelf naar ander/ding, waarneming/ handeling, 'almacht': 11.
(·) Proces ander/ding naar zelf, interpretatie, personificatie (ding als persoon),
overmatige invloed op zelf: 13.
(·) Interactie zelf - ander/ ding, sekse = vrouw: 5.
(·) Proces ander/ ding naar ander/ding, algemeen: 5.
4.
Waarde-oordeel: 4 (33).
(·) Sterk waarde-oordeel, overdrijving; ongeldige afleidingsrelatie, chronologisch: 10.
(·) Totaal-oordeel over persoon: 9.
(·) Evaluatie zelf naar ander: 'gedachten-lezen', voorspelling: 8.
(·) Evaluatie ander naar zelf: gedachten-lezen door ander (projectief door zelf),
personalisatie (preoccupatie van omgeving met zelf), afkeuring door anderen: 6.
5.
Generalisatie: 6 (31).
(·) Generalisatie over tijd, polariseren, dogmatisme, rigiditeit,
geen controle zelf over omgeving: 10.
(·) Niet mogen/ niet durven: 3.
(·) Niet nodig hebben: 3.
(·) Moeten: 3.
(·) Generalisatie over verleden: 5.
(·) Generalisatie over de toekomst, vaststaande persoonlijkheid: 7.
6.
(On)aannemelijkheid: 6 (29).
(·) Ongeldige afleidingsrelatie, causaal: 4.
(·) Ongeldige afleidingsrelatie, logisch: 3.
(·) Ongeldige afleidingsrelatie, aspecifiek: 3.
(·) Vaststaande toekomst, onwaarheid, hallucinatie: 4.
(·) Irrationaliteit, irrelevantie, negatieve teneur, ongewenste emotie, congruentie (welgemeendheid): 6.
(·) Rationaliteit, relevantie, positieve teneur, gewenste emotie,
neutrale emotie, incongruentie, expliciet willen: 9.