'Unieke historische waarde van herberg-café De Lichtenturf'.
Eerder in: 'Wijkblad Oud Voorburg', jrg. 26, nr. 1, april 2007, p.2-3, 2 ill..
Wijkvereniging Oud Voorburg, Voorburg.
Aan het Oosteinde 135 te Voorburg bevindt zich het karakteristieke gebouw met witte gevel, waar tot voor kort
Grand café '
De Betovering' was gevestigd. Het getuigt in stilte van een lang en bewogen verleden.
Op deze plek ontrolde zich vier eeuwen lang een sfeervolle en kleurrijke geschiedenis
waarin het vrolijke cafévertier hand in hand ging
met het rijke Roomse leven van de katholieke Voorburgers.
Al vanaf 1600 stond hier de herberg genaamd '
De Lichtenturf
',
staande op een stuk land op de hoek van de uitweg van de illustere hofstede De Loo, de huidige Loolaan.
In 1584 werd het in een Voorburgs belastingboek vermeld als vaderlijk erfdeel van Baeffge, Ariaentge en Jopge Ariaens,
de dochters van
Maritge Dircks Veerman, die was hertrouwd met
Dirck Cornelisz Haestnyet. Haar dochter
Jopge Ariaens huwde eerst met
Symon Jacobsz Vernuft, en na diens overlijden met de herbergier
die de tapperij naam en faam gaf,
Lenaert Lenaertsz '
bijgenaempt de Lichtenturff'.
Centraal gelegen in het buurtschap van het Voorburgse Oosteinde - de zogeheten 'Oostbuert' -
was de herberg een trefpunt voor turfstekers en schippers, handelaren en reizigers.
Een plek waar bier en wijn rijkelijk vloeide getuige talrijke oude akten van bierleveranties en drankschulden.
De drank werd over de Vliet aangevoerd van bekende brouwers in Delft, zoals
Jan Huygensz van Rijck alias
Van Rietwijck in de brouwerij
De Witte Leeuw, uit een familie van Jeruzalemsridders die gelieerd waren
aan de katholieke
Mr. Nicolaes Gerritsz van der Laen eigenaar van de
Hofstede van de Loo
en tevens van de oude ridderhofstede
Velden te Maasland. Een andere Delftse brouwer was
Michiel Cornelisz Vosmaer in brouwerij
De Zwarte Eenhoorn, rechte afstammeling van de bekende ridders
Van de Velde van Maasland, eveneens Roomsgezind, die vanouds een woning en land aan de Loolaan bezat genaamd
Het Schaepshooft, de latere
Eenhoorn oftewel
Zuiderloo.
De archieven verhalen van allerlei spannende gebeurtenissen rond De Lichtenturf, die vaak te maken hadden
met regionale en landelijke verwikkelingen. Zo bood De Lichtenturf tijdens de tachtigjarige oorlog
een toevlucht aan clandestiene katholieke geestelijken en voortvluchtige remonstranten. Vele aanwijzingen doen vermoeden
dat De Lichtenturf als schuilkerk heeft gefungeerd voor illegale erediensten door rondtrekkende paters
zoals de latere bisschop
Sasbout Michielsz Vosmaer, zoon van de eerdergenoemde brouwer, en wegbereider voor
de erudiete priester-dichter
Jan-Baptist Stalpaert van der Wiele Jacobsz en voor de geestdriftige
Maerten Jorisz van der Velde, later pastoor te Stompwijk die in 1639 vermoord werd
wegens zijn onverdroten prediken van de Mariadevotie, en werd uitgeroepen tot katholiek martelaar.
Mede door hun ijver verrees medio zeventiende eeuw schuin tegenover De Lichtenturf aan het Oosteinde de St. Martinuskerk
die vanaf 1679 domicilie zou worden van pastoor, voorheen 'nonnenpater'
Theodorus Vincentsz Stalpaert van der Wyele
.
Na het overlijden van Jopge Ariaens huwde Lenaert Lichtenturf in 1630 met
Christina Adriaens.
Christina was eerst gehuwd met
Cornelis den Reyger te Delft, en ten tweede met
mr. Pieter Adriaensz Pijl,
advocaat voor het Hof van Holland. Als diens weduwe was ze eigenaresse en 'waerdinne' van
de herberg 'Het Wapen van Nassau', ook genoemd 'In 't Wapen van Sijne Excellentie' gelegen in het dorp Voorburg
(in 1615 gekocht van
Goossen Jacobsz de Bye, secretaris of 'notaris publicque' van Rijswijk). In 1635 verkocht ze
deze tapperij en kocht de herberg 'In den Reijsenden Man' van
Jolijntge Joris, weduwe van
Lenaert Meesz.
De dochter van Lenaert Lichtenturf,
Maertge Lenaerts Lichtenturf, huwde in 1635 met
Stoffel Maertensz van der Velde, waarvan een nazaat,
Theodorus van der Velde, in 1868
de bekende boerderij en café
De Landbouw aan de Wassenaarse Zijdeweg zou stichten,
dat in 2003 helaas werd gesloopt maar inmiddels weer herbouwd is en in 2006 een vreugdevolle heropening beleefde.
Door de eeuwen heen wordt in de archieven consequent melding gemaakt van de herberg De Lichtenturf.
Pas eind negentiende eeuw wordt de term herberg voor café ingeruild, en in de loop van de twintigste eeuw
kiezen wisselende uitbaters voor steeds weer andere benamingen. De essentie van De Lichtenturf is echter gebleven.
Het zou dan ook van respect voor de historie en voor het buurtschap van het Oosteinde getuigen
als deze rijke traditie zou worden voortgezet. Alles pleit ervoor om dit pand opnieuw een horecabestemming te geven,
bij voorkeur onder de historische benaming: De Lichtenturf.