Analyses met betrekking tot de Balkan-oorlogen 1991-1999.

Over de gebeurtenissen die onder meer hebben geleid tot de genocide in Srebrenica.




Met name betreffende de conflicten:


• Servië - Slovenië (1991),
• Servië - Kroatië (1991-1995),
• Servië - Bosnië-Hercegovina (1992-1995),
• Kroatië - Bosnië-Hercegovina (1992-1995),
• Servië - Kosovo (1998-1999).


Lidy Nicolasen en Leen Vervaeke (2007):
Interview met Carla del Ponte, hoofdaanklager Joegoslavië Tribunaal.
Die Mladic Pakken we wel!
De Volkskrant, 1 dec. 2007, het vervolg p.22.
N&V: Lidy Nicolasen en Leen Vervaeke, del Ponte: Carla del Ponte.
Citaten'
N&V: "Soms vindt de internationale gemeenschap vrede en stabiliteit belangrijker dan waarheid of gerechtigheid."
C. del Ponte: "Vrede zonder gerechtigheid is niet mogelijk. Vrede zonder gerechtigheid is een tijdelijke vrede. Generaties later zullen er nog mensen zijn die wraak willen nemen voor wat er jaren geleden is gebeurd. Goede rechtspraak brengt echte vrede. .."



Van der Velde, C.P. (1992):
Boycot prikkelt tot nu toe slechts Servische geldingsdrang.
Ingezonden brief aan 'de Volkskrant', 18 nov. 1992, pp. 1-3.
Betoog tegen symbolische boycots en loze diplomatie. Pleidooi voor effectief ingrijpen om de grootschalige wreedheden op de Balkan te stoppen.
Citaten ".. ten onrechte wordt de term 'burgeroorlog' gebruikt voor wat er in Bosnië gaande is. Waarmee gesuggereerd wordt dat militaire interventie door het westen op inmenging in binnenlandse aangelegenheden zou lijken. Niets is minder waar. Het gaat om een massaal offensief onder leiding van Karadzic en met medeweten en alle medewerking van Milosevic.
.. Je weet dat de druk op dergelijke fascistische groepen en hun leiders meteen dwingend moet zijn, want zachte drang werkt helaas juist prikkelend, uitdagend en provocerend.
Oorlog is afschuwelijk. Maar hoofdschuddend aan de kant toekijken bij massale gruweldaden tegen onschuldigen is ook niet erg bevredigend. .. hoeveel moet er nog gebeuren voordat we wakker worden?"


Van der Velde, C.P. (1992):
Hernieuwde Joegoslavische eenheid is niet haalbaar.
Ingezonden brief aan 'de Volkskrant', dec. 1992, pp. 1-2.
Reactie op betoog van Jean-Pierre Chevènement voor herstel van Joegoslavische federatie. Pleidooi voor prioriteit aan veiligheid bevolkingsgroepen.
Citaten ".. Ook president Mitterand neemt stelling tegen een 'overhaaste militaire interventie'.
De eerste bestandschendingen werden nog netjes geteld. Er werd rekening gehouden met de vreselijke manier waarop Kroaten in de oorlog met de Duitsers meegewerkt hadden.
Jean-Pierre Chevènement: 'Frankrijk mag niet vergeten dat het Servische volk tijdens twee wereldoorlogen een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de vrijheid.' Alsof gebeurtenissen van vijftig jaar of langer geleden onrecht in het heden in enige mate kunnen goedmaken.
Alsof het niet overduidelijk is dat Servië haar tweede wereldoorlog-leed gebruikt als excuus om nu elke maat te veronachtzamen.
.. Natuurlijk, een deel van de Serviërs is tegen het geweld, een ander deel is domweg misleid en gehersenspoeld door de opzwepende, racistische politieke propaganda. Maar toch, wat moeten we met die uitzinnige menigte die pleit voor voortzetting van de heroïsche strijd voor een Groot-Servië?
.. Serviërs koesteren en gebruiken hun jarenoude rancune tegen de Kroaten en Moslims - in hoeveel jaar tijd had Chevènement gehoopt dat de Kroaten, de Slovenen, de Bosnische Moslisms, enz., de verschrikkingen van het afgelopen jaar zouden moeten vergeven en vergeten?"





Van der Velde, C.P. (1993):
Het Servisch extreem-nationalisme: opbouw en effecten.
Pamflet, met hoofdpunten van analyse, 12 mrt. 1993, pp. 1-2.
T.b.v. demonstratie van het Comité voor Krachtig Militair Ingrijpen in Voormalig Joegoslavië; 13 mrt. 1993, te Amsterdam.
Citaten "Sinds 1990 wordt in Servië via de media een grootscheepse en voortdurende propaganda-oorlog gevoerd. Daarbij wordt een extreem-rechtse ideologie verspreid.
.. Een groot deel van het Servische volk is geïndoctrineerd en gehersenspoeld met deze denkbeelden en tactieken.
.. Er zijn onder de Serviërs zeker individuen en groepen die nog voor zichzelf kunnen denken, maar zij vormen een bedreigde minderheid.
De extreem-nationalisten in Servië [die op de SPS van Slobodan Milosevic stemmen] (50 %), de nóg extremer fascisten [die op de SRP van Vojislav Seselj stemmen] (27 %), en de meeste Servische legereenheden en semi-militaire troepen in Kroatië en Bosnië zijn voorlopig onbetrouwbaar en levensgevaarlijk."


Van der Velde, C.P. (1993):
De Oorlog In Voormalig-Joegoslavië, Bosnië-Herzegovina.
M.m.v. drs. A. Broek. Publieksfolder, met historisch overzicht, 12 mrt. 1993, pp. 1-2.
Misvattingen ontzenuwd - feiten op een rijtje - suggesties voor oplossingen. T.b.v. demonstratie van het Comité voor Krachtig Militair Ingrijpen in Voormalig Joegoslavië; 13 mrt. 1993, te Amsterdam.
Citaten ".. De waarheid is dat al twee jaar sprake is van een doelgerichte, planmatige, systematische aanvalsoorlog vanuit Servië naar Kroatië (v.a. 27-6-1991) en Bosnië (v.a. 4-1992). Dit voortdurende offensief wordt gesteund, gestuurd en bewapend door het regime van extreem nationalisten in Belgrado onder Milosevic."
{N.b. Zie ook: 'The International Criminal Tribunal for the Former Yugoslavia, Case no. it-02-54-t, the Prosecutor of the Tribunal against Slobodan Milosevic' : http://www.un.org/icty/indictment/e nglish/mil-ai040421-e.htm.}
.. "Als de Moslims zich verdedigen worden ze medeverantwoordelijk gesteld voor de Servische agressie. .. .. Europa draagt een zware verantwoordelijkheid - speciaal de (rijke) EG met haar pretenties van eenwording en democratie. Met doelgerichte massamoorden aan haar grenzen wordt het gehele morele klimaat in Europa verziekt.
.. Dit alles betekent het afdwingen van vrede (peace-enforcement) door de VN. Daartoe moeten de VN-troepen van de noodzakelijke militaire capaciteit worden voorzien.
.. Elke dag dat we blijven afwachten, wordt de materiële, humanitaire en morele ravage totaler.
'Wir haben es gewüßt!'".


Van der Velde, C.P. (1993):
Brief aan De heer Zaagman, Assistent to the H.C.N.M., resp. aan Mr. Max van der Stoel.
18 maart 1993, pp. 1.
Dringend verzoek om noodzaak van oplossing voor rampzalige situatie Balkan onder aandacht te brengen van politiek, media en publiek.
Citaten ".. Doelstelling van het comité is te bevorderen dat een einde wordt gemaakt aan het peilloos menselijk lijden wat daar al bijna twee jaar plaatsvindt. De bemoeïenissen van EG en VN daartoe zijn tot dusver niet effectief geweest. Wij willen een beroep op de politiek doen om grote prioriteit te geven aan de oplossing van deze problematiek.
.. Wij stellen echter vast dat weinig politici een duidelijk en consistent standpunt verkondigen in deze kwestie. Dit maakt de ondoorzichtigheid van de problematiek alleen maar groter.
Wij begrijpen dat de heer van der Stoel niet in de positie is om zelf een standpunt in deze uit te dragen. Wij zouden ons echter tot hem willen richten met het verzoek of hij zijn deskundigheid en invloed zou willen aanwenden om politici te bewegen een duidelijke mening te vormen en te ventileren. Wellicht kan hij daarbij tevens aandacht vragen voor de feiten over de mensenrechtensituatie zoals die hem bekend zijn. Wanneer een en ander bovendien via de media gebeurt kan het publiek zich misschien ook wat beter een mening vormen."


Van der Velde, C.P. (1993):
Goede Zaak.
In: ' De Volkskrant ', 1 apr. 1993, p.11.
Uit: 'Boevenbendes nemen goede zaak niet weg ', ingezonden brief, 25 mrt. 1993, pp. 1-2.
Kritiek op terugkerende beweringen van Hans Couzy dat op de Balkan geen Nederlandse belangen in het geding zijn zodat 'we daar niets te zoeken' hebben. Pleidooi voor militaire interventie in conflict Bosnië-Hercegovina, omwille van mensenrechten.
Citaten "Luitenant-generaal H. Couzy 'weet helemaal niet of er wel een goede zaak is' die de inzet van militairen in voormalig Joegoslavië zou rechtvaardigen .. Ongelooflijk. .. Zo is vanaf het begin opvallend uit welke hoek de agressie het eerst, het meest en het hevigst komt. .. Elk excuus lijkt gewettigd om de harde waarheid te verdoezelen dat in een naburig land doelgerichte en systematische volkerenmoord plaatsvindt. .. Het lijkt me moeilijk vol te houden dat er geen 'goede zaak' zou zijn. Los daarvan kan men nog steeds tegen militaire interventie zijn vanwege de risico's. In dat geval laten we eenvoudig een tweede holocaust in Europa toe. Laten we dat dan in godsnaam ruiterlijk toegeven, ophouden met al die walgelijke schijnheiligheid, en achteraf gewoon zeggen: 'Okee, Wir haben es gewußt, maar onze militairen durfden niet'. En ondertussen rustig '40-'45 blijven herdenken, want 'dat is toch héél iets anders'."


Van der Velde, C.P. (1993):
Ingezonden brief aan ' de Volkskrant ', 4 mei 1993, pp.1-2.
Reactie op artikel van Kees van der Pijl, in 'de Volkskrant ', 1 mei 1993, tegen Westerse bemoeienis met Balkan. Pleidooi voor ingrijpen om oorlog te beëindigen.
Citaten ".. Het is zonneklaar dat een uitspraak als 'het Westen moet eindelijk iets moet doen' juist niet betrekking heeft op de manieren waarop het Westen zich in de voorafgaande pakweg vijftig jaar met Joegoslavië heeft beziggehouden. Zo'n uitspraak richt zich juist tegen de meer recente diplomatieke en economische manoeuvres van het Westen sinds het begin van het oorlogsgeweld in voormalig Joegoslavië, temeer daar die duidelijk tekortschieten of zelfs meer schade dan goeds doen. Gepleit wordt daarentegen voor een drastische koerswijziging; een heel ander, en heel specifiek soort bemoeienis: militair ingrijpen teneinde een einde te maken aan onaanvaardbaar grootschalig geweld tegen onschuldige burgers.
.. Met de roep om militair ingrijpen wordt niet op een oorlog 'aangestuurd': er ís daar al een oorlog en militair ingrijpen door het Westen wordt juist voorgesteld om deze te beëindigen - domweg omdat het, gegeven de zeer recente geschiedenis, helaas de enige overgebleven manier is om verdere volkerenmoord werkelijk te voorkomen.
.. Ironisch genoeg zijn het juist vaak onze militairen die huiveren bij de gedachte aan militair ingrijpen. Sommigen putten zich uit in allerlei excuses, zoals: 'als er nou nog Nederlandse belangen in het spel waren, dan zou ik wel gaan'. Het lijken dan ook juist de chauvinistische en nationalistische sentimenten te zijn, die een beletsel vormen voor effectieve bemoeienis van Europese landen in voormalig Joegoslavië, gericht op vrede en herstel van mensenrechten. Dat is cynisch daar de hel in Bosnië nu juist boven alles het resultaat is van dolgedraaid, maar levensgevaarlijk nationalisme."

N.b. April 1993 wordt de naam van het 'Comité voor Krachtig Militair Ingrijpen in Voormalig Joegoslavië' ingekort tot 'Comité Voormalig Joegoslavië' (CVJ).


Verhaegen, G. (1993):
Verslag van gesprek met Doeke Eisma, Tweede Kamerlid voor D66.
Door George Verhaegen en Cees van der Velde, namens het Comité Voormalig Joegoslavië (CVJ), 3 juni 1993, pp. 1-2.
Citaten ".. We zeiden dat het onverteerbaar is dat de slachtingen nog doorgaan. Waarom niet begonnen met de veilige gebieden te beschermen. .. in Srebrenica lukt het 150 Canadezen om een veilig gebied te maken met steun van de Engelsen.
.. D66 en GroenLinks zijn tegen het opheffen van het wapenembargo en de PVDA staat er zeer aarzelend tegenover. .. Wij vroegen hem of hij [Eisma] voor militair ingrijpen was om andere veilige gebieden te maken.
Eisma: 'Dit .. vereist de inzet van veel grondtroepen en .. ik kan het niet voor mijn verantwoording nemen om .. honderden lijken terug gestuurd te krijgen. .. Bovendien weigeren de Engelsen en Fransen troepen hiervoor beschikbaar te stellen. .. Alle partijen zijn schoften. De een wat erger als de andere'.
.. Wij: Al jaren pleiten allerlei vooraanstaande lieden voor oplossingen en ook voor militair ingrijpen. Wat ons verbaast is dat er geen platform is ontstaan van waaruit gezamenlijk oplossingen kunnen worden bepleit. "


Van der Velde, C.P. (1993):
Het bestaansrecht van Bosnië is een laatste garantie voor het bestaansrecht van Bosnische Moslim burgers.
Ingezonden brief aan ' Trouw ', 20 juni 1993, pp.1-4.
Reactie op artikel van Ab Gietelink, in 'Trouw ', 17 jun. 1993.
Citaten "In Trouw van 17 juni betoogt Ab Gietelink dat Bosnië nooit bestaansrecht zou hebben gehad.
.. De onafhankelijkheidsverklaring van de Bosnische regering kan onmogelijk als oorzaak van de oorlogshandelingen worden aangewezen - en zeker niet als directe oorzaak.
.. Dat de Serviërs uit de Bosnische regering zijn gestapt is hun eigen keuze geweest - evenals hun besluit oorlog te voeren.
.. Een opdeling van Bosnië door Kroatië en Servië (als in het verleden) zou hoe dan ook met oorlog en etnische zuiveringen gepaard gaan.
.. Na 15 maanden van grootschalig geweld in Bosnië kan geconcludeerd worden dat Serviërs en Kroaten precies doen wat zij van plan waren - en nog erger. Geheel volgens plan worden de Moslims daarbij bijna overal verjaagd zoniet weggebombardeerd.
.. De onafhankelijkheidsverklaring heeft voor de Servische oorlogshandelingen slechts een extra excuus geboden.
.. Tijdens al het 'vredesoverleg' ging de Servische opmars steeds door, een spoor trekkend van verwoesting en moord. De rook boven het slagveld is nog lang niet opgetrokken. De beschietingen van Sarajevo, Gorazde, Tuzla en talloze andere plaatsen beleven op dit moment hun weerzinwekkend hoogtepunt.
Er is steeds heel duidelijk - en afschuwelijk genoeg - maar één middel geweest om de nationalistische agressie en 'etnische zuiveringen' in voormalig Joegoslavië te stoppen danwel af te remmen: krachtige militaire interventie. Als deze ook nu nog uitblijft, zal de voorgestelde zogenaamde driedeling van Bosnië vrijwel neerkomen op een tweedeling. De volkerenmoord op de Moslims zal daarbij nagenoeg voltooid worden. Wellicht zal de internationale gemeenschap verklaren één en ander diep te betreuren, maar zich bij de feiten van het slagveld neerleggen."


Van der Velde, C.P. (1993):
Samenvatting van gesprek op 29 juni 1993 met Mient-Jan Faber, als secretaris van het IKV en mede-oprichter van de Hugo de Groot Vereniging, ten kantore van het IKV te Den Haag.
Door Cees van der Velde, namens het Comité Voormalig Joegoslavië (CVJ), 30 juni 1993, pp. 1-2.
MJF: Mient-Jan Faber, CvdV: Cees van der Velde.
Citaten
".. MJF: Leden van het HCA [Helsinki Citizin's Assembly] ter plaatse, met name in Sarajevo, vinden dat alle (drie) nationalistische politieke partijen verantwoordelijk zijn voor de oorlog, puur omdat ze zich volgens etnische criteria hebben georganiseerd. Ze hebben een coalitie gevormd waarbij 30 procent van de stemmen, die op de niet-nationalistische partijen, werden genegeerd. ..
CvdV: Dat gebeurt vaker bij coalitievorming. ..
MJF: De democratische, niet-nationalistische groeperingen verliezen almaar terrein. ..

CvdV: .. Om de nationalistische sentimenten en de oorlogs-ressentimenten te beteugelen zou voorlopig een VN overgangsbewind kunnen worden ingesteld, een protectoraat. Maar zouden de Serviërs dat toestaan? En de Kroaten?
MJF: Waarschijnlijk niet. .. Het ziet er naar uit dat de wereld genoeg heeft van de sores van de mensen in die resterende Bosnische eilandjes, die 'veilige gebieden'. Ook de bevelhebbers van de UNProfor troepen hebben genoeg van de Bosniërs. Morillon kan prima opschieten met Mladic, hij zegt: "Met Serviërs en Kroaten valt zaken te doen. Die Bosniërs zijn maar een zooitje a-militair ongeregeld". .. Wat Morillon mij vertelde is: vanaf augustus '92 heeft het VN commando uitgewerkte plannen om Sarajevo te ontzetten. Dat had allang kunnen gebeuren, en met succes. Is eerst tegengehouden door de VN politiek. Vervolgens door Izetbegovic. Deze zei: dan wordt Sarajevo vervolgens door VN troepen gecontroleerd en dan ben ik mijn hoofdstad kwijt. Vandaar dat hij steeds heeft gezegd [volgens Morillon, resp. MJF]: "Fijn dat jullie eventueel willen ingrijpen, maar als dat moeilijk ligt begrijpen we dat wel. Geeft niet, we vechten zelf wel, als jullie nou eerst eens dat wapen-embargo opheffen en ons militair steunen".

CvdV: Maar ondertussen worden nog steeds de 'veilige gebieden' onophoudelijk bestookt en wordt steeds meer terrein door Serviërs veroverd. .. We zouden toch tenminste iets aan deze situatie moeten doen!?
MJF: Ja maar hoe?
CvdV: Dat zou toch niet bij 'aanwezigheid' van VN-troepen kunnen blijven. Nodig is dan actieve militaire interventie.
MJF: Maar de internationale gemeenschap is gewoon af van het idee van militaire interventie. Daar moet je ook niet meer mee komen. Daar krijg je niemand meer mee.

CvdV: .. Dan resteert toch opheffing van het wapenembargo?
MJF: Dat wordt niets. De HCA [Helsinki Citizens Assembly] leden beweren dat dan precies zal gebeuren als destijds tijdens en na de oorlog Irak - Iran: de Moslims zullen dan hun kleine kinderen de mijnenvelden in sturen. En ze zullen wraak nemen: het worden vreselijke slachtpartijen. Escalatie volgt.
CvdV: Ja maar, hoe weet je dat?
[N.b. Op dat moment was al algemeen bekend dat Moslims in Bosnië een staatkundige groep en geen religieuze vormden, en dat het moslim geloof onder hen (toen nog) veel liberaler was dan dat in Irak en Iran. Bovendien was toen ook al bekend maar maar een gering deel van de mensenrechtenschendingen in Bosnië voor rekening kwam van Bosnische Moslims c.q. moslims. CvdV]
Dat zijn op dit moment enkel speculaties. .. Die redenering is toch betuttelend voor de Bosniërs.
MJF: Ja maar ze worden al de hele tijd door iedereen betutteld.

CvdV: Hoe weet je dat er nog Moslims zullen overleven daar, in die 'veilige gebieden', in de resterende Moslim enclaves, zonder militaire hulp van buitenaf, zonder de mogelijkheden zich te verdedigen?
MJF: De Serviërs en Kroaten hebben nu toch ongeveer wat ze steeds wilden. Doorgaan zou niet nodig zijn.
CvdV: Ja maar, fascisten volgen een andere logica.
MJF: Oh maar ze handelen anders continu uiterst calculerend. Bijvoorbeeld: De Serviërs hadden Sarajevo allang kunnen innemen, met hun enorme overmacht. Maar ze gebruiken het beleg van Sarajevo, compleet met regelmatige beschietingen, als afleiding voor het veel grootschaliger geweld dat ze ondertussen her en der elders plegen. En ook om het moreel van de Moslims te breken, door hun overmacht continu te demonstreren. En steeds als de Moslims ergens de Serviërs te pakken nemen, volgt een vergeldingsaanval op Sarajevo.
CvdV: Natuurlijk, ze zijn brutaal genoeg om in ieder geval de dingen te doen die nodig zijn om hun doelen te bereiken. Maar als ze onderweg de kans hebben hier en daar hun haat en sadisme uit te leven, zullen ze dat niet laten.
MJF: Ik denk het niet. .. We moeten gewoon afwachten totdat de opdeling uitgekristalliseerd is. ..
[N.b. Op dat moment was algemeen bekend dat nog steeds volop moordpartijen en massaslachtingen gaande waren in Bosnië, goeddeels ongehinderd, culminerend in 'Srebrenica' juli 1995. CvdV]

MJF: .. Wat er nu over is om te doen, is steun bieden aan de burgers daar om te overleven, en aan de democratische, niet-nationalistische groepen daar om te trachten enigszins te voorkomen dat de Bosnische enclave een broedplaats van [Moslim-] wrok en Moslim-extremisme wordt.
[N.b. Op dat moment was al algemeen bekend dat de Moslims enclaves of zgn. 'veilige gebieden' continu bedreigd en aangevallen werden, en de overlevenden voortdurend het gevaar liepen afgeslacht te worden. Ook was al overduidelijk dat een 'zachte' democratische ontwikkeling nooit tijdig en krachtig genoeg zou zijn om de gruwelijk wrede on-going atrocities enigszins te stoppen, en dat alleen robuuste militaire interventie daartoe in staat zou zijn. CvdV]
CvdV: Dat vind ik een heel magere oplossing. Volgens mij zijn de gebeurtenissen en de reacties van de politici daarop alarmerend. We moeten allereerst pleiten voor de redding van weerlozen, dus voor wat eigenlijk zou moeten.
MJF: Tja, de waarheid is altijd weer anders, en voor iedereen anders.
CvdV: Ach, het bekende relativisme.
JMF: Ja maar zo is het wel.
[N.b. Hier blijkt zelfs zgn. 'absoluut relativisme' in dogmatische vorm, vanuit een decadente, volkomen wollige vredesideologie gebaseerd op ultratolerantie voor tomeloos fascistisch geweld aan de grenzen van Europa. CvdV]
CvdV: Nou .. dat staat te bezien ..".
JMF: Natuurlijk, je moet over de gebeurtenissen vertellen en schrijven, je moet discussiëren, maar je moet ook en vooral nu iets concreets doen.
CvdV: Ja, .. daar ben ik het helemaal mee eens.

Genoteerd op 30 juni 1993.
[N.b. Een voetnoot bij de geschiedenis: dit gesprek was na twee jaar oorlog in Bosnië, en twee jaar vóór de massaslachting van Srebrenica .. Van wie ook weer? .. door wie ook weer? .. En steeds weer klinkt dat bekende terugkerende refrein: "Wir haben es nicht gewüßt" .. CvdV.]


Van der Velde, C.P. (1993):
Opmerkingen over de oorlog in Bosnië-Herzegovina.
Brief namens het Comité Voormalig Joegoslavië (CVJ), aan Dhr. M. van Traa,
en aan overige leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van Nederland, 5 juli 1993, pp. 1-11.
Commentaar naar aanleiding van de EG-top te Kopenhagen 20-21 juni 1993, en de vergadering van de Tweede Kamer op 23 juni 1993. Kanttekeningen bij oordeelsvorming en besluitvorming met betrekking tot de uitzending van Nederlandse blauwhelmen (d.w.z. het latere Dutchbat) naar voormalig Joegoslavië, m.n. Bosnië-Herzegovina (waarvoor later Srebrenica zou worden toegewezen).
Citaten "Het had .. voor de hand gelegen de afspraken van de Londen conferentie (26-27 aug. 1992) als richtsnoer te nemen ('Les decisions concrètes'):
- Erkenning van de grenzen van Bosnië-Herzegovina door alle partijen.
- Het beleg van de steden wordt opgeheven.
- De zware wapens worden onder internationaal toezicht gesteld.
- Alle troepen, ook de irreguliere, worden ontwapend.
- Detentiekampen worden opgeheven.
- Vluchtelingen mogen terugkeren naar hun woonplaats.
- Geen hulp aan zelfbenoemde regeringen.
Daarbij hadden .. ultimata moeten worden gesteld. Welke conclusie bleef over, pakweg een maand na ‘Londen'? De Serviërs hadden al hun afspraken geschonden. .. En nu interventie welbewust was uitgesloten, stond vast dat de niet-Servische burgerbevolking .. overgeleverd was aan de willekeur van de Serviërs" (p.1).
"Op 22 juni [1993] zegt minister Kooijmans: 'Als de veilige gebieden worden aangevallen, dan gaan we echt iets doen'. Hoezo 'àls'? Ze worden vanaf het begin al .. voortdurend .. aangevallen door Serven en Kroaten - niet in het minst gehinderd door de VN. .. Echt beveiligen van de ‘veilige gebieden' vereist niet alléén beveiligen van de VN troepen daar .. Het betekent uiteraard .. vooral het daadwerkelijk beschermen van de bevolking. .. Een staakt-het-vuren heeft nooit gewerkt. Beter is te eisen dat de verantwoordelijken (Serviërs) zich ver terugtrekken van hun huidige stellingen, zodat een beveiligde bufferzone kan worden ingericht. Daarbij dient een strak ultimatum te worden ingesteld (bijv. 1 dag). Zoniet dan volgen luchtaanvallen op de artilleriestellingen. Er moet wel een aanzienlijke militaire macht gereed staan om dit ultimatum geloofwaardig te doen zijn. Nu is bij voorbaat voorspelbaar dat de Serviërs deze eisen aan hun laars lappen, omdat dat hen steeds winst heeft opgeleverd. Vereist is dus de mogelijkheid van actieve, snelle, doelgerichte en effectieve militaire verdediging." (pp.3-4).
.. "De 'beslissing' [d.i. intentieverklaring] van de EG om 7500 man versterking te zenden is duidelijk te karig, het verloopt veel te traag en het komt er misschien wel nooit van. De internationale gemeenschap lijkt gewoon af van het idee van militaire interventie. Dus komt er van de VN, EG of NATO geen echte beveiliging van de 'veilige gebieden'. Maar het gaat er toch om, op te komen voor onschuldige mensen die nooit om dit helse geweld gevraagd hebben? Die moeten toch beschermd worden. Op zijn minst zich kunnen verdedigen. Dan resteert toch opheffing van het wapenembargo?" (p.5).
.. "De argumenten voor handhaving van het wapenembargo, en tegen wapenleveranties [aan de belaagde Bosniërs], zijn niet allemaal onzin. Maar vaststaat dat er geen recht is waarop instelling en handhaving van het wapenembargo is gebaseerd. De argumenten zijn hoogstens pragmatisch en 'ad hoc'. En iedereen weet dat het alternatief, verdediging van Bosnië door de buitenwereld, steeds effectief militair ingrijpen heeft vereist, en dat daar nooit .. bereidheid toe heeft bestaan" (pp.7-8).


Van der Velde, C.P. (1993):
Argumentatie-analyse en de Discussie over de Oorlog in Joegoslavië/ Bosnië-Herzegovina.
Brief aan Dhr. M. van Traa, en aan overige leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van Nederland, en aan dhr. M-J. Faber van de Hugo de Groot Vereniging, 8 juli 1993, pp. 1-18.
Een inventarisatie van de diverse (pseudo-)argumenten in de discussies over de oorlog in Joegoslavië/ Bosnië-Herzegovina, met name tegen krachtdadig ingrijpen om de gewelddadigheden te stoppen.

Hoofdcategorieën:


• Pleidooi voor neutraliteit:
'We moeten rechtvaardig en objectief blijven, en 'dus' geen oordeel vellen .. en 'dus' houden we elke partij even schuldig'.
• Pleidooi voor afzijdigheid/ passiviteit:
'We moeten neutraal blijven, en dus mogen we enkel passief toekijken'.
• Beroep op complexiteit.
De situatie is onoverzichtelijk. Het probleem is te ingewikkeld. Er heerst totale anarchie. Het is een chaos.
De mensen begrijpen het niet. De gruwelen zijn onbegrijpelijk, verbijsterend.
• Beroep op argeloosheid, onbenul, 'niet-weten'.
De mensen hebben geen benul. Het is elke dag op teevee, maar men weet er niets van.
• Beroep op afstand, vreemdheid.
Het gebeurt in een populair vakantieland, maar 'het is ver van ons bed'.
• Verdedigen gelijkstellen aan aanvallen.
'De aangevallen partij is zelf ook niet altijd totaal smetteloos, volkomen heilig, bovenmenselijk mild en zachtaardig in de strijd. "Niemand is onschuldig in Bosnië-Herzegovina" (Milosevic). Dus alle partijen zijn even schuldig. Dus het verschil tussen verdediging en aanval doet er niet toe'.
• Algemene filosofische bespiegelingen.
'Er bestaat geen absolute waarheid. Niemand is alwetend. Dus informatie over deze situatie (oorlog) doet er niet toe. Dus vergeet het.
Zo is het leven, de wereld, de mensheid, de Balkan, Afrika, .. nu eenmaal. Dus er valt niets aan te doen. Dus 'let it be'.
De wereld zal nooit totaal vredig en rechtvaardig worden. Er zullen altijd weer misstanden en conflicten zijn. Dus het doet er niet toe wat je doet. Dus doe maar niets.
Er zijn nog zo véél (andere) misstanden en conflicten in de wereld. Dus als je iets wilt oplossen, moet je meteen alles oplossen. Zo niet, dan moet je dit niet willen oplossen.
Er zijn nog vele veel èrgere misstanden en conflicten in de wereld (geweest). Dus als je aan déze iets wilt doen, moet je eerst de ergere volledig oplossen. Zo niet, dan moet je hier niet iets aan willen doen.
Interventie brengt geen eeuwige en totale vrede. Dus interventie werkt niet.
Niet elke interventie heeft tot nu toe eeuwige en totale vrede gebracht. Dus geen enkele interventie heeft enige zin.
Absolute veiligheid bestaat niet. Dus het heeft geen zin mensen te willen beschermen.
Niemand in de wereld is totaal onschuldig. Dus wie zijn wij om over anderen (de daders) te oordelen?
Wij zijn God niet (of Allah, Jahweh, ..).
Het absolute goede of kwade bestaat niet. Dus Goed en Kwaad bestaan niet. Dus moraal is een fictie.'
• Elke militaire interventie is so wie so taboe.
'Alle geweld is slecht. Dus ook elke verdediging en elke humanitaire interventie'.
• Wilde speculaties over oorzaken van de conflicten.
O.a. vanuit irrationele ideeën zoals historisch determinisme, massa-gedachtelezen, massa-toekomstvoorspellen, mechanische escalatie of 'spiraal van geweld', volautomatische massa-reactievorming, enz..
• Goedpraten/ bagatelliseren van (m.n. Servische) agressie.
M.n. met verwijzing naar historisch onrecht, gevoelens van miskenning, gekrenkte trots, angstvisioenen over eventuele toekomstige benadeling of vijandigheid, enz..
Overschatting van de verantwoordelijkheid van het Westen:
'De buitenwereld heeft de oorlog veroorzaakt (bijv. door erkenning van de afgescheiden republieken)'.
• Wilde speculaties over te verwachten consequenties van eventuele interventie.
Zich verschuilen achter verwachte problemen: voorspellen van chaos, onbeheersbaarheid, verdere escalatie, Vietnam-scenario, enz..
• Zich verschuilen achter anderen:
'Wij kunnen niet ingrijpen.. anders wordt onze nieuwe partner Rusland ontstemd'.
• Vertoon van machteloosheid:
'Wij, de rest van de wereld, zijn klein en zwak, dus we kunnen niets doen'.
Onderschatting van de verantwoordelijkheid van het Westen:
'Het is niet aan de buitenwereld om iets aan de oorlog doen' (Lord Owen: 'Het is hun oorlog'). En: 'Zonder vredelievende bemoeienis zou het nog veel erger zijn geweest.. 'dus' de huidige inzet is goed genoeg'.
• Wilde speculaties over oplossingen m.b.t. de conflicten.
M.n. loze oplossingen (die voorspelbaar niet werken): bijv. afwachten totdat 'spontaan' democratie ontstaat, de vrede uitbreekt, de afspraken gaan werken, de agressie stopt, de mensen 'van binnen uit' veranderen, de aanvallers tot inkeer komen, de aangevallen partijen niets meer terug doen, de slachtoffers hun beulen vergeven, enz. .. Of een andere veelgehoorde variant 'Zet er gewoon een hek omheen en laat maar uitbranden' (voor het eerst gehoord in 'vrolijk' feestgedruis Koninginnenach 1993).
• Tegen opheffing van het wapenembargo.
'Dan zullen de Moslims wraak gaan nemen, hetzelfde gaan doen als de Serviërs, of nog erger. Dat worden vreselijke slachtpartijen. Escalatie volgt'.


Van der Velde, C.P. (1993):
Gespreksthema's.
Discussiestellingen, namens Comité Voormalig Joegoslavië (CVJ),
ten behoeve van Forum in Actieweek 'Wake voor Bosnië-Hercegovina', 2 dec. 1993, pp. 1-2.

Hoofdonderwerpen:


(1) Is 'Bosnië' belangrijk?
(2) Is er een oplossing?


Van der Velde, C.P. (1993):
Schijnbeloften.
In: ' De Volkskrant ', 24 dec. 1993.
Uit: 'Stop met schijnbeloften ', ingezonden brief, 18 dec. 1993, pp. 1-2.
Oproep aan minister Kooijmans om afstand te nemen van loze verklaringen EU voor bescherming van bevolking in Voormalig Joegoslavië.
Citaten "In het programma Reporter van 17 december werd minister Kooijmans .. gevraagd of hij niet een keer kon weigeren die amorele, loze en cynische verklaringen van de EG met betrekking tot Bosnië te ondertekenen. Zijn antwoord was dat hij het nut van zo'n 'goedkoop protest' niet inzag. .. Wat dacht hij dat er zou kunnen gebeuren als hij als eerste .. in de Europese Raad zou weigeren? .. Het Bosnische volk, dat al twee jaar op allerlei gruwelijke manieren door de buitenwereld verraden is, zou een ondubbelzinnig signaal van solidariteit krijgen - verre van goedkoop".


Van der Velde, C.P. (1994):
Strategen.
In: ' De Volkskrant ', 15 jan. 1994, Pp.18.
Uit: 'Bescherm belaagde bevolking Bosnië', ingezonden brief, 7 jan. 1994, pp. 1-2.
Pleidooi voor echte bescherming van bevolking in Bosnië-Hercegovina.
Citaten ".. De meest rechtvaardige en rationele oplossing is nog steeds effectief militair ingrijpen. En dan liefst onder leiding van goede strategen, zodat het verlies aan mensenlevens beperkt blijft en de VN voor een nieuwe mislukking wordt behoed".


Buurman, M., en Van der Velde, C.P. (1994, 1995):
De oorlog in Bosnië ontrafeld. Rapport over de oorlog in Bosnië-Hercegovina.
Tweede en derde uitgave herzien en aangevuld door Marcel Buurman.
Rotterdam/ Roermond: Comité Voormalig Joegoslavië.
Apr. 1994, Sep. 1994, Juni 1995, Aug. 1995, pp.1-51.
Dit rapport werd begin mei 1994 gestuurd naar o.a. het IKV, het Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten, Amnesty International en de Anne Frank Stichting, met het verzoek deze zorgvuldig te bestuderen en onder hun leden bekenbaar te maken.
Op 22 juni 1994 werd het gezonden naar verscheidene krantenredacties. Een nieuwe versie van het rapport (augustus 1994) werd september 1994 gestuurd naar alle fracties in de Tweede Kamer, de denktanks van verschillende politieke partijen, naar premier Wim Kok en naar onze ere-leden PvdA-kamerlid Maarten van Traa en CDA-Europarlementariër Arie Oostlander. Het NIOD heeft dit rapport geraadpleegd voor haar Srebrenica onderzoek: zie 'Srebrenica - een 'veilig' gebied', (2002), p.3265.

Inhoud:

Voorwoord i - ii.
De oorlog in voormalig Joegoslavië 2.
Voorgeschiedenis 7.
Opkomst Servisch nationalisme 7.
Polarisatie tussen nationalisten in ex-Joegoslavië 10.
De oorlog in Slovenië 12.
De oorlog in Kroatië 13.
De oorlog in Bosnië-Hercegovina 15.
De situatie in Bosnië-Hercegovina 15.
Het ultimatum van Sarajevo 19.
De praktijk van de oorlog 21.
Vredesplannen
22. Oorzaken van de oorlog in Bosnië 24.
Conclusie 24.
Bijlagen 26.
Aangevoerde excuses 27.
Kranteknipsels
- etnische zuiveringen 30.
- passiviteit internationale gemeenschap 40.
Fragment 'Joegoslavische kroniek' 46.
Publieksfolder 47.
Verklaring 49.
Foto 50.
Bronnen 51.
Kaart Bosnië 52.


Buurman, M., Ten Dam, C., Du Marchie van Voorthuijsen, E.H., Van der Velde, C.P. (1995):
Brandbrief.
Brief aan de Tweede Kamer der Staten Generaal betreffende het 'Bosnië-debat', namens het Comité Voormalig Joegoslavië (CVJ), 9 sep. 1995.
Citaten "Het Comité .. doet een dringend beroep op alle leden van de Tweede Kamer om .. te gaan beseffen dat Nederland in de afgelopen zomer heeft bijgedragen aan een .. militair en moreel debâcle. .. Nederland heeft gefaald omdat:
A. De militaire sterkte van Dutchbat te zwak was om een geloofwaardige afschrikking te vormen tegen de Bosnische Serviërs; er is willens en wetens geen moeite gedaan om een .. reële verdediging in Srebrenica op te bouwen;
B. Het moreel en de mentaliteit bij de meerderheid van de Dutchbat-militairen fout was, d.w.z. de meesten waren 'anti-Moslim'.
De .. discussie over verstoorde communicatie, de verprutste foto's en video's met bewijsmateriaal, enz. betreft belangrijke fouten die duiden op een verkeerde mentaliteit bij de .. Landmacht. Maar deze discussie mag niet de aandacht afleiden van de .. structurele .. fouten die eerder zijn gemaakt. De veronderstelling dat het mogelijk is om uitsluitend door middel van NAVO bombardementen de zgn. veilige gebieden definitief te beschermen is ook een uiting van illusiepolitiek.
.. Kroatië had het recht om Krajina te heroveren, maar .. geen recht om terugkeer van gevluchte Serviërs onmogelijk te maken".


Buurman, M., en Van der Velde, C.P. (1995):
Inzet NAVO verdient steun.
Brief namens Comité Voormalig Joegoslavië aan (o.a.) de fractiespecialisten Buitenland/Defensie in Tweede Kamer, de minister-president, en de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, 15 sep. 1995.
Analyse van het beleid van Rusland m.b.t. voormalig Joegoslavië. Pleidooi voor inzet van NAVO implementatiemacht voor vredeshandhaving.
Citaten "De Russische kritiek op het optreden van de NAVO [in Bosnië] is .. verontrustend. .. Het is immers .. waanzin om de NAVO van genocide tegen de Serviërs te beschuldigen. .. In ieder geval dient Nederland in de huidige situatie de NAVO te blijven ondersteunen om voort te gaan op de ingeslagen weg en zich niets gelegen te laten liggen aan ongefundeerde kritiek".

Op dit stuk werd inhoudelijk geantwoord door onder meer VVD-kamerlid J.D. Blaauw (21 sep. 1995), Mr F.A.M. Majoor, chef Directie Atlantische Samenwerking en Veiligheidszaken ministerie BuZa, namens de minister van Buitenlandse Zaken (2 okt. 1995), CDA-kamerlid J.G. de Hoop Scheffer (2 nov. 1995), A.P. Scholtbach, beleidsmedewerker Buitenlandse zaken PvdA fractie in Tweede Kamer (16 nov. 1995).


Van der Velde, C.P. (1995):
Uitgangspunten. Over rechtsgelijkheid en tolerantie. Een leidraad in voortdurende ontwikkeling .
T.b.v. Comité Voormalig Joegoslavië, 15 nov. 1995, pp. 1-12.

Inhoud:


Voorwoord
I. Standpunten ten aanzien van de gebeurtenissen in voormalig Joegoslavië.
III. Algemene uitgangspunten met betrekking tot etnische tegenstellingen en conflicten.
Voorwaarden en waarborgen voor rechtsgelijkheid.
Rechtsbescherming en tolerantie.
Beschermen van democratie.
Grenzen aan nationalisme.
Regels voor erkenning van onafhankelijkheid.
Voorwaarden voor verdediging via dwang en/of geweld.
Voorwaarden voor aanvaardbare vrede.


Van der Velde, C.P. (1996):
De oorzaken van het oorlogsgeweld in voormalig Joegoslavië.
Analysestuk, t.b.v. Comité Voormalig Joegoslavië, 15 jan. 1996, pp. 1-3.
Te gebruiken ter informatie van media en publiek, en voor acties van het comité.
".. Voor de Servische agressie bestond geen zinnige aanleiding. (in de zin van reële dreigingen van vergelijkbaar geweld jegens Serviërs) - hoogstens de machtswellust van een kliek gewetenloze leiders. .. Het is .. belangrijk dat de publieke opinie in Europa en de VS .. wordt doordrongen van de gevaarlijke misleidingen van extreem-nationalisme, en alle ideeën van ‘etnische zuiverheid'. Daarbij is inzicht in de psychologie van emotie, denken, taal, en massacommunicatie zeer belangrijk".

N.b. Op 18 maart 1996 wordt de naam van het 'Comité Voormalig Joegoslavië' veranderd in 'Politiek Comité ‘Stari Most' (PCSM) - comité voor recht en vrede op de Balkan'.


De Buck, Ab, en Van der Velde, C.P. (1999):
Kosovo.
In: ' NRC ', 26 jan. 1999, p.8.
Uit: 'Milosevic moet nu worden gestopt', ingezonden brief, 18 jan. 1999, pp. 1-2.
Pleidooi voor militaire interventie in Kosovo, n.a.v. o.m. massamoord in Racak.
"In NRC Handelsblad van 19 januari geeft de Britse journalist Simon Jenkins zijn visie op Kosovo na de massamoord in het dorpje Racak. Naar zijn mening hebben bombardementen weinig zin en moet worden ingezet op humanitaire hulp. Dit quasi-vredelievende betoog gaat voorbij aan de centrale oorzaak van de conflicten die zich sinds 1989 in het voormalige Joegoslavië hebben voorgedaan. Dat is de nationalistische politiek van Milosevic.
.. Een oplossing voor het conflict [in Kosovo] is alleen mogelijk als hij wordt gestopt. Jenkins houdt echter, evenals een groot aantal politici, zowel Milosevic als het UÇK verantwoordelijk voor het geweld. Hij verwijt het UÇK separatistisch gedrag. Dit .. is niet terecht. Net als eerder in Kroatië en Bosnië wordt de bevolking van Kosovo door het optreden van Milosevic gedwongen om te streven naar onafhankelijkheid. Het huidige gezag heeft de Albanese bevolking al haar rechten ontnomen, met als uiteindelijke consequentie dat groepen burgers straffeloos kunnen worden vermoord.
.. De NAVO zou moeten besluiten tot militaire acties vanuit de lucht met als doel de capaciteit van Milosevic's leger en politie eenheden te breken. In vervolg .. zal ook een inzet van grondtroepen nodig zijn. .. Bombardementen moeten worden uitgevoerd tot Milosevic instemt met een oplossing die de rechten van de Albanese bevolking garandeert. De Nederlandse regering zou .. een belangrijke rol kunnen spelen door uit te spreken dat zij, na wat er nu is gebeurd, het streven naar onafhankelijkheid respecteert. Daarnaast is een stevige inbreng in militaire operaties van belang. .. Als Milosevic niet wordt gestopt, wacht Kosovo een groot menselijk drama."


Van der Velde, C.P. (1999):
NAVO-bombardementen veroorzaken niet oorlogsmisdaden op de grond.
Ingezonden brief aan ' de Volkskrant ', 9 apr. 1999, pp. 1-3.
Reactie op artikel van Marcel van Dam, over conflicten in Kosovo.
Citaten ".. Spreken van het 'terugbombarderen naar het stenen tijdperk' (Marcel van Dam), is behalve misleidende demagogie, grove laster.
Een veelvoud ernstiger - en absurder - is de beschuldiging dat de NAVO de veroorzaker is van de Servische offensieven in Kosovo die juist bij uitstek tegen weerloze burgers zijn gericht: massale, planmatige en systematische etnische 'zuiveringen', compleet met plunderingen, verwoestingen, gedwongen deportaties, mishandelingen, verkrachtingen, martelingen, executies - alles op grote schaal. Van enige aansporing in die richting van de kant van de NAVO is uiteraard helemaal geen sprake geweest.
.. Zorgvuldige militaire acties om oorlogsmisdaden tegen te gaan, af te remmen of voor de - iets verdere - toekomst te voorkomen, waarbij bovendien feitelijk weinig burgerslachtoffers worden gemaakt, kunnen nog op allerlei punten worden bekritiseerd, bijvoorbeeld om ze te verbeteren. Maar ze kunnen niet automatisch tot dezelfde categorie misdaden worden gerekend die ze trachten te stoppen. Zeker niet zolang men geen reëel alternatief aandraagt dat grotere garanties op verbeteringen biedt".


Van der Velde, C.P. (1999):
Doen proporties er ook toe?.
Ingezonden brief aan ' de Volkskrant ', 10 dec. 1999, pp. 1-9, incl. bijlagen I-III.
Reactie op artikel van Willem de Bruin, 'De diepe stilte rond Tsjetsjenië', in 'de Volkskrant ', 10 december 1999.
Citaten ".. Was de uiteindelijke uitkomst van de Westerse interventie in Kosovo inderdaad het 'omgekeerde' van wat ermee werd beoogd? Helemaal niet. Zonder de interventie zou Kosovo volledig leeg geveegd zijn afgezien van de pakweg acht procent Serviërs, en zouden de buurlanden nog sterker dan nu gedestabiliseerd zijn door vluchtelingen - nee: deportees - terwijl het aantal massagraven van Albanese Kosovaren niet aantoonbaar minder zou zijn, en met het oog op de plannen en eerdere wandaden van Serviërs mogelijk heel wat méér.
.. De schade in Servië zelf als gevolg van Westerse - vooral Amerikaanse - bombardementen is weliswaar omvangrijk maar voor het overgrote deel toch als blikschade aan te merken.
.. In de hoofdlijn was interventie op zijn plaats, en in de gepleegde vorm gerechtvaardigd. En ondanks de kwalijke misstanden die nog heersen - waar de KFOR troepen hard aan werken - kan ook achteraf gezegd worden: de moeite waard. In ieder geval is hier duidelijk niet klakkeloos geaccepteerd dat macht voor moraal gaat. En daar gaat het om."


Fragment uit 'Geschiedenisoverzicht over het Politiek Comité Stari Most, voorheen het Comité voor Krachtig Militair Ingrijpen in Voormalig Joegoslavië. Standpunten, acties, en artikelen in de media van en over het comité, 1992-2002' (Ten Dam, C., 2003).
"In het voorjaar van 2000 ontstond een debat binnen het comité over de vraag of het moest pleiten voor - en mogelijk zelfs initiëren van - strafrechtelijke procedures tegen soldaten van Dutchbat vanwege laakbaar, immoreel of crimineel gedrag.
Maar bestuurslid Ton Colijn, advocaat en procureur van beroep, maakte al op 27 januari 2000 schriftelijk bezwaar tegen een strafrechtelijke 'procedure contra Dutchbat': "Een procedure als deze is onhaalbaar. De rechter zal vragen naar de dragende feiten. Deze zijn echter pas te achterhalen nadat het NIOD-rapport gereed gekomen is! Wie nu gaat procederen, wordt niet ontvankelijk verklaard of de vordering wordt afgewezen. Volgt fikse kostenveroordeling!"
Enkele (oud-)leden bleven echter pleiten voor de juridische weg tegen militairen èn politici om zo de nodige en juiste consequenties van ‘Srebrenica' te trekken - zeker indien de politiek zou blijven weigeren verantwoordelijkheid te nemen. In het bijzonder Cees van der Velde - die so wie so weinig verwachtte van het NIOD-onderzoek - bleef deze 'juridische' strategie bepleiten."


Van der Velde, C.P. (2000):
Medeverantwoordelijkheid van Nederlanders voor misdaden rond Srebrenica..
Analyse (versie 1.0) 11 juli 2000, pp. 1-4.
Ter verspreiding onder publiek en media op de 5e Srebrenica herdenking te Den Haag.
Citaten ".. Het Dutchbat bataljon was in Srebrenica aanwezig met de opdracht, en de toezegging - ook in naam van het Nederlandse leger, de regering en het Nederlandse volk - om de enclave te beschermen. Het faalde daarin vrijwel totaal. .. Talrijke Nederlandse militairen, politici en ambtenaren hadden een aandeel in de oorzaken die leidden tot gruwelijke gebeurtenissen rond de val van Srebrenica - voor, tijdens of erna. .. De medeverantwoordelijkheid van bepaalde Nederlanders .. volgt uit de volgende vijf hoofdpunten:
1. Oorlogsmisdaden waren voorspelbaar.
2. De beslissing tot uitzending van Dutchbat was onverantwoord.
{D.w.z. uitzending van dit kleine, zwakke, licht bewapende, slecht getrainde, verkeerd geïnformeerde Dutchbat van slechts 400 'vredeshandhavers' - als het ware een 'Madurodam-legertje' - naar de gevaarlijkste plek in Europa, om daar ca. 40.000 belegerde mensen, grotendeels uitgeputte, ondervoedde en weerloze burgers, te beschermen tegen de voortdurende beschietingen en aanvalsdreiging door een militaire overmacht van ca. 1200 notoire oorlogsmisdadigers met jarenlange training in de meest gruwelijke wreedheden.}
3. Wangedrag van Dutchbatters in Srebrenica.
4. Nalatigheid of zelfs medeplichtigheid bij oorlogsmisdaden.
5. De Doofpot.
{N.b. d.w.z. ontkenning, desinformatie, vertragingstactieken, rookgordijnen, afleidingsmanoeuvres, ontmoedigingsbeleid.}
Eisen:
.. fouten of misdragingen van VN'ers (bijv. van Dutchbat) dienen hetzij terdege weerlegd, hetzij erkend te worden. Verantwoordelijken in politiek en leger dienen vervolgd te worden".


Van der Velde, C.P. (2000):
Enkele feiten - met betrekking tot medeverantwoordelijkheid van Nederlanders voor misdaden rond Srebrenica.
Feitenoverzicht (versie 1.0) 11 juli 2000, pp. 4-12.
T.b.v. herdenking 'Srebrenica 1995'.

Onderwerpen:


• ad (1) Voorspelbaarheid van de oorlogsmisdaden in Srebrenica
(·) Planmatigheid van agressie.
(·) Haatpropaganda.
(·) Voorbereidingen tot geweld.
(·) Aankondigingen van geweld.
(·) Feitelijke agressie.
(·) Bewijzen van oorlogsmisdaden.
(·) Systematiek van oorlogsmisdaden.
(·) Handhaving van het wapenembargo.
• ad (2) Besluitvorming rond de Uitzending.
(·) De bereidheid binnen de EU tot ondersteuning was nihil.
(·) Besluitvorming door Regering en Parlement.
(·) De 'neutrale' houding van de Nederlandse politici.
(·) De pro-Servische houding van de Nederlandse militairen.
(·) Gebrekkige bewapening.
• ad (3) Misstanden tijdens aanwezigheid van Dutchbat
(·) De mensonterende situatie van de inwoners.
(·) Anti-Moslim houding bij Dutchbatters.
(·) Misstanden en misdragingen.
(·) Onwil om bij te dragen aan de overlevingskansen van de Moslims.
• ad (4) De Servische aanval (6-21 juli 1995)
(·) Nederlandse waarnemingen van Servische wandaden.
(·) Medewerking door Dutchbatters.
• ad (5) De Doofpot
(·) Vergoeilijking van het optreden van Serviërs en van Dutchbatters.
(·) Vernietiging van bewijs en informatie.
(·) Symbolische onderzoeken.


Van der Velde, C.P. (2000):
Dutch involvement in warcrimes of Srebrenica..
Analysis (version 1.0) July 11th, 2000, pp. 1-3.



Van der Velde, C.P. (2000):
Some facts - concerning Dutch involvement in warcrimes of Srebrenica.
Fact sheet (version 1.0) July 11th, 2000, pp. 4-11.



Broek-Dorscheidt, A., Ten Dam, C., Van der Velde, C.P. (2000):
Documentary material in support of lawsuit.
Brief aan Prof. Francis A. Boyle, per email, 18 juli 2000.
Francis Boyle werd benaderd in zijn hoedanigheid als 'Professor of International Law, Legal Counsel, Attorney of Record for the Mothers of Srebrenica and Podringa Association (Majke Srebrenice i Podrinja) and the Women of Srebrenica (Zene Podrinja)'.
Citaten ".. We write to you in your capacity of legal representative of the the Mothers of Srebrenica and in their case against the persons .. held responsible for the genocide in Srebrenica during mid-July 1995. We would like to support their case by providing documentary material put together by C.P. Van der Velde substantiating the responsibility on the part of the Dutch government and military in this most tragic event. .. The decision of the Public Prosecutioner's Department of Arnhem (mid-December last year) to drop the charges against Dutchbat - on the basis of the 'principle of opportunity' as provided for in Dutch law was unnaceptable in our views. .. We made a resume of the 'developments' that have taken place since 1991 in which we focused on the roles of the Dutch military and the Dutch government".

Eerste antwoord van Francis Boyle per email, 18 juli 2000:
"Thank you .. for .. these important documents. I am sure we will be able to put them to good use. .. you might wish to read and critique and further substantiate the Complaint I filed with ICTY Prosecutor Carla Del Ponte on behalf of the Mothers of Srebrenica and Podrinja".

Tweede antwoord van Francis Boyle per email, 19 juli 2000:
"I just filed your excellent materials with .. Carla Del Ponte in support of the Criminal Complaint by the Mothers of Srebrenica and Podrinja against .. United Nations officials, which we filed with her on February 4, 2000, which is still pending".


Van der Velde, C.P. (2000):
Roep om Westerse steun was kwestie van overleven.
Brief aan Jan Kees Hulsbosch, Ombudsman van de Volkskrant, 15 aug. 2000, pp.3, met bijlagen. Reactie op artikel van Olaf Tempelman, 'De Les van Bismarck. De enige Balkan-demon kan doen wat hij wil' (de Volkskrant, 8 aug. 2000).
In het genoemde artikel stelt Tempelman dat Milosevic te veel is 'gedemoniseerd' in de Westerse media. Milosevic had volgens Tempelman niet zoveel ellende aangericht indien hij, zoals andere leiders op de Balkan, de steun had genoten van het Westen. Tempelman beroept zich hierbij op het boek van de Britse journalist Misha Glenny, ' The Balkans 1804-1999'. Op grond hiervan redeneert hij als volgt: "Om geholpen te worden streefden veel [lees: niet-Servische] Joegoslavische volkeren ernaar duidelijk te maken dat ze bedreigd werden. .. Het feit dat de Westerse media Milosevic .. in hoge mate het imago gaven van énige Balkan demon, hielp de Kroaten en later ook de Kosovaren .. bij het realiseren van hun doel: Westerse militaire steun." ..

Citaten ".. Tempelman doelt duidelijk op niet-Servische volkeren, met name Kroaten, Bosniërs en Kosovaren. Hij 'vergeet' te melden dat zij inderdaad iets 'voor elkaar wilden krijgen': namelijk overleven. Maar misschien hadden ze zich .. willoos .. moeten laten afslachten? .. De honderdduizenden doden worden miskend, evenals de vele honderd duizenden getraumatiseerde nabestaanden en slachtoffers .. Dit vind ik geen normale en .. acceptabele situatie. .. We hebben hier niet te maken met zomaar artikelen met 'opiniërende' strekking. .. Dit soort uitingen zijn niet alleen empirische en logische onzin, maar ook mateloos grievend voor alle slachtoffers en nabestaanden, en schadelijk voor de rechtsorde".
..


De Ombudsman van de Volkskrant, J. Theo Klein, antwoordde op 6 okt. 2000 namens Arie Elshout simpel met ontkenning van de implicaties van Tempelman's betoog. Sindsdien heeft Olaf Tempelman nog vele tientallen (zo niet honderden) artikelen over de Balkan gepubliceerd, die naar mijn indruk wel veel genuanceerder zijn, in uitstekende mate zelfs. Misschien heeft de brief dus toch nut gehad ..


Fragment uit 'Geschiedenisoverzicht over het Politiek Comité Stari Most, voorheen het Comité voor Krachtig Militair Ingrijpen in Voormalig Joegoslavië. Standpunten, acties, en artikelen in de media van en over het comité, 1992-2002' (Ten Dam, C., 2003).
".. Gedurende het laatste kwartaal van 2000 en het eerste kwartaal van 2001 trachtte comitélid Cees van der Velde m.b.v. voorzitter C. ten Dam Bosnische jongeren te bewegen tot het opzetten van een belangengroep zodat de Bosnische gemeenschap assertiever kon reageren op de wederkerende, grove 'anti-Bosnische Moslim' typeringen in de Nederlandse politiek en media. Van der Velde hoopte dat de jongere generatie onder de 'Bosniakken' in Nederland het niet zouden pikken dat hun volk steeds opnieuw negatieve, foutieve stereotypen kreeg opgeplakt in de Nederlandse pers, door bijvoorbeeld formele klachten in te dienen tegen betreffende auteurs en redacties. Van der Velde stelde zelf gedurende augustus-november 2000 de anti-Moslim typeringen aan de kaak bij de Volkskrant (zie 15 aug. 2000). Enige tijd werd contact onderhouden via 'belangen-werkgroep@hotmail.com' maar in midden 2001 was dit initiatief ter ziele."


Van der Velde, C.P. (2001):
Essential Information about Dutch involvement in warcrimes of Srebrenica.
Brief namens PCSM, i.s.m. vz. C. ten Dam, aan Ms. M. Colineau van Les Médecins Sans Frontières (MSF, Artsen zonder Grenzen) te Parijs, 30 jan. 2001, pp. 1-2, met bijlagen.
Citaten ".. With great interest we have learned about the procedures instigated by M.S.F. to investigate the role and responsibility of French politicians and military in the fall of Srebrenica .. We support all initiatives .. that are directed towards clarifying the truth about the responsibilities of those involved in .. these events.
.. From November 1992 onwards we have been pleading for a forceful military intervention in the Balkans to stop so-called 'ethnic cleansing' and other atrocities.
.. In July 1993, during the decision-making in the Netherlands about the sending of (only) 400 peace-keepers of Dutchbat to the 'safe haven' of Srebrenica, we have already been strongly warning both the Dutch Cabinet and Parliament .. that the entire set-up of the mission .. would be far from sufficient to secure any chance of real protection of the civilians of Srebrenica in the case of a Serb attack. Such an attack was utterly predictable: it had been overtly planned by the self-styled Serb regime under Radovan Karadzic (with direction and assistance from Belgrade) over the preceding years, and had been announced - ever since.
Also, the way in which [the Serbs].. would ‘deal with' persons of other ethnic groups .. was .. predictable based on .. many facts of .. mass-murders .. that were .. well-known since the start of the war[s] in Slovenia, Croatia and Bosnia .. We would like to support your case by providing M.S.F. some essential information about the responsibility .. of officials of UN, EC (EU) and European countries - in particular politicians and military from The Netherlands, France and the United Kingdom - in the events that have contributed to the causes of these disastrous events.
.. The abovementioned information is sent to you through the following attachment files: 'Dutch involvement in warcrimes of Srebrenica'; 'Some facts concerning the Dutch involvement in warcrimes of Srebrenica'.
Last year these same materials have also been sent to: Mr. Francis Boyle .. He has filed these, which he called 'excellent materials', with .. Carla Del Ponte in support of the Criminal Complaint by the Mothers of Srebrenica and Podrinja against the United Nations Officials."





Fragment uit 'Brief per email van Mr. Francis A. Boyle, 'Professor of International Law, Attorney for the Mothers of Srebrenica and Podrinja, Attorney for the Women of Srebrenica' aan C.P. van der Velde, 1 mrt. 2001, in vervolg op eerdere correspondentie.
"Dear Friends: In the summer of 1993, I was the Ambassador for the Republic of Bosnia and Herzegovina with Extraordinary .. Powers before the International Court of Justice. Minister Kooijmans came out of the meeting [with President Clinton] .. to announce that the Dutch government would spearhead the so-called European Union Action Plan for Bosnia. .. Kooijmans knew full well .. the genocidal consequences of this plan .. And as a Professor of International Law, he knew exactly what he was doing on behalf of .. the Dutch government. .. The Dutch government must assume its appropriate share of responsibility for .. Srebrenica".





Ten Dam, C., Van der Velde, C.P. (2002):
Gebrek aan empathie.
In: 'Trouw', 14 apr. 2002, p.25.
Uit: Voorstanders van interventie kregen niet hun zin, ingezonden brief, namens Politiek Comité Stari Most (PCSM), aan 'Trouw', 10 april 2002, pp. 1-2.
Reactie op conclusies van het NIOD onderzoek over rol van de media met betrekking tot tragedie Srebrenica.
Citaten "Het NIOD rapport legt - uiteraard - de directe schuld voor de massamoord van Srebrenica bij .. Mladic en zijn troepen. Dat is juist, maar een open deur. .. Hiermee wordt nog steeds geprobeerd om de medeverantwoordelijkheid van Nederlanders, die vrijwillig de taak op zich hadden genomen om de enclave te beschermen - en dus Mladic tegen te houden! - te verdoezelen.
.. Wij menen dat het idee van militaire interventie ter bescherming van de 'safe areas' uitstekend was. Het .. probleem was echter dat de uitwerking, voorbereiding en uitvoering van dit idee .. uitliep op schandalig broddelwerk.
.. Er wordt heel wat af gepsychologiseerd door de NIOD onderzoekers. De Dutchbat voerde de bevelen van Mladic uit vanwege 'enorme stress, blikvernauwing, verdringing'. De doorslaggevende factor moet echter gezocht worden in motivatie en mentaliteit. Op welk moment toonde Dutchbat zich echt geïnteresseerd in het leed en lot van de Moslims?
.. Wij menen dat er niet alleen voor politici en top-militairen, maar ook voor Dutchbat soldaten 'op de grond' betere keuzemogelijkheden waren dan zij ons willen voorspiegelen. Voor deze drie groepen gaat het niet alleen om de paar dagen in juli 1995, maar ook en vooral om gedragingen en uitspraken ervoor en erna, waarmee een ontstellend gebrek aan empathie en verantwoordelijkheid jegens de slachtoffers is getoond. Het NIOD raport laat te veel dubieuze conclusies zien. Dit .. dient dan ook spoedig te worden gevolgd door een gedegen parlementaire enquête".


Bregman, B. (bestuurslid), Ten Dam, C. (voorzitter), Du Marchie van Voorthuijsen, E.H., Van der Velde, C.P. (2002):
Vragen en eisen aan de Parlementaire Enquêtecommissie van de Tweede Kamer n.a.v. de val van Srebrenica.
Brief aan de Leden Parlementaire Enquêtecommissie 'Srebrenica', hr. A.D. Bakker, voorzitter, (D66), mw. J.C. Huizinga-Heringa (CHU), hr. A.G. Koenders (PvdA), hr. A. Mosterd (CDA), mw. F. Vergeer-Mudde (SP), mw. B.M. de Vries (VVD), hr. H.H.R. Wijnschenk (LPF); 25 juni 2002, pp. 1-2, met bijlagen A - C.
Citaten ".. Naar onze mening was de uitzending van een contingent blauwhelmen naar Bosnië terecht, gezien de acute bedreiging van de burgers in de betreffende enclave; de publieke opinie en de stemming in de Tweede Kamer weerspiegelden in die zin de feitelijke situatie.
.. Het is bepaald niet denkbeeldig dat daadwerkelijke militaire weerstand door Dutchbat tijdens de cruciale dagen in juli 1995 tot een gunstiger, d.w.z. minder rampzalig en tragische uitkomst zou hebben geleid, zoals ook het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) aangeeft in haar hoofdrapport over Srebrenica. ..

Bijlagen.


Bijlage A. Nadere onderzoeksvragen.
Bijlage B. Het Politiek Comité 'Stari Most' - achtergronden (juni 2002).
Bijlage C. Medeverantwoordelijkheid van Nederlanders voor massamoord Srebrenica (versie 6.0, 5 apr. 2002, pp.1-10).


Van der Velde, C.P. (2002):
Medeverantwoordelijkheid van Nederlanders voor massamoord Srebrenica.
Analyse (versie 7.0) 24 juni 2002, pp. 1-13.
Nieuwe, herziene en uitgebreide versie. Ter verspreiding onder publiek en media op de 7e Srebrenica herdenking te Den Haag.
Samenvatting en conclusies.
.. Kortom: De beloofde beveiliging van het 'veilige gebied' Srebrenica was steeds een hypocriete farçe. De Nederlandse 'vredelievendheid' was steunend, zo niet doorslaggevend, voor de Servische aanval.
Verwijtbare handelingen.
1. Vanaf het begin tot op heden was sprake van opzettelijke en stelselmatige desinformatie over de toedracht van de oorlog door ambtenaren van Defensie (met name voorlichters), militairen en politici; met desastreuze gevolgen.
2. Grove onzorgvuldigheid en nalatigheid werd getoond bij voorbereiding, aanwezigheid, vertrek en afhandeling door Dutchbat, leger-top, Defensie, en regering.
3. Omkering van de opdracht: Dutchbat veranderde de haar gegeven taak in het omgekeerde, nl. " de Moslims in 'the pocket' houden". Dat betekende: de omringende, zwaar bewapende, reeds als geoefende oorlogsmisdadigers bekend staande Servische aanvallers/belegeraars 'beschermen' tegen de opgejaagde, verzwakte en uitgeputte Moslim bewoners van Srebrenica.
4. Eenzijdige aandacht voor 'informatie' uit Servische haat-propaganda, en consequent negeren van overvloedig beschikbare informatie over aard en bedoelingen van de Servische agressors.
5. Er vonden opmerkelijk veel beledigingen en misdragingen van Dutchbat soldaten tegen Moslims plaats.
6. Een opzettelijke, actieve ondermijning van de veiligheid van de Moslims werd bewerkstelligd; door:
(a) Misleidende beloften van bescherming, zonder dat daarvoor de motivatie en competentie was;
(b) Structurele ondermijning van de militaire strijdwaardigheid van Dutchbat, verdedigbaarheid van Srebrenica, en beschermingsmogelijkheden van de bevolking;
(c) Handhaving van het wapenembargo (m.n. tegen de Moslims);
(d) Eenzijdige ontwapening (nl.van de Moslims);
(e) Weerstand tegen tijdige en veilige evacuatie van de inwoners van Srebrenica;
(f) 'Tolerantie' voor terreur: een aanzienlijke mate van misplaatste passiviteit, maar ook actieve medewerking, en misschien zelfs regelrechte medeplichtigheid, bij de uitvoering van - redelijkerwijs voorspelbare en [door velen] reeds voorspelde - wreedheden en massamoord door de vijandelijke troepen, of althans de duidelijke voorbereiding daartoe.
Dit alles met fatale gevolgen voor tenminste 7500 Moslims van Srebrenica.
7. Na de tragedie van Srebrenica werden opsporing, waarheidsvinding en rechtsgang jarenlang belemmerd en getraineerd door bepaalde ministers, parlementariërs, militairen en ambtenaren.
Eisen.
1. Er moet volledige openbaarheid komen van alle informatie over bemoeienissen van het Westen, de EU, de VN, de NAVO, maar met name van Nederland met Srebrenica. Alle resterende onduidelijkheden dienen te worden verhelderd.
2. Er dient hard meegewerkt te worden aan opsporing dan wel identificatie van alle vermisten (onder meer van Srebrenica).
3. Er moet recht worden gedaan aan de slachtoffers, en aan de geschonden nationale en internationale rechtsorde.
Fouten of misdragingen van VN'ers (bijv. van Dutchbat) dienen hetzij terdege weerlegd, hetzij erkend te worden. Verantwoordelijken in politiek en leger dienen vervolgd te worden.
4. De overlevenden dienen ruimschoots genoegdoening te krijgen voor hun verliezen, en gesteund te worden bij het weer opbouwen van hun leven en herstel van hun waardigheid.
5. Tevens dient er eindelijk ruimhartig officiële excuses te worden aangeboden aan de overlevenden.


Van der Velde, C.P. (2002):
Dringende Oproep.
Brief namens Politiek Comité Stari Most (PCSM), aan de Parlementaire Enquêtecommissie van de Tweede Kamer n.a.v. de val van Srebrenica, 4 nov. 2002, pp. 1-4.
Oproep om, na voltooiing van alle getuigenverhoren, op logisch correcte wijze te oordelen op grond van alle aangetoonde feiten, onafhankelijk van de conclusies in het NIOD-rapport die veelal arbitrair, speculatief of gratuit zijn en in de bekende feiten veelal geen grond vinden.
".. Wij hebben vernomen dat de Enquêtecommissie zich bij haar onderzoek zal baseren op het onderzoeksrapport van het NIOD. .. Tegen een aantal van de belangrijkste conclusies van het NIOD maken wij ernstig bezwaar. In hoofdlijnen betreft dit de volgende punten:
Te onderzoeken onderwerpen.
Beschikbare informatie.
Er is een overvloed aan feitenmateriaal waaruit blijkt dat de Nederlandse verantwoordelijken van de regering, de Tweede Kamer, de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie, vanaf 1991 zeer goed op de hoogte waren van de plannen en praktijken van de Bosnische Serviërs onder de politieke leiding van Radovan Karadzic, en militaire leiding van Ratko Mladic.
.. Wij vragen de Enquêtecommissie om niet te accepteren dat politici en militairen zich beroepen op 'niet-weten' [m.b.t. de Servische praktijken en bedoelingen]. Deze ontkennings-strategie heeft lang genoeg geduurd en zal hoe dan ook in de geschiedenis onhoudbaar blijken.
Keuzemogelijkheden/ alternatieven.
Er waren opties beschikbaar voor politici, legerleiding en Dutchbat soldaten.
Dat deze opties niet benut zijn kan niet uitsluitend verklaard worden uit 'machteloosheid' of ' mauvaise destain'.
Verantwoordelijkheden.
Wat wèl een verklaringsgrond biedt is de getoonde weigerachtigheid om volledig de consequenties te nemen van de verantwoordelijkheid die Nederland op zich had genomen.
Belangen.
Te zeer zijn - de facto - de belangen gediend van de belegeraars, agressors, oorlogsmisdadigers.
Steeds was en is er nog veel te weinig serieuze erkenning en aandacht voor de belangen van de belegerden, slachtoffers en nabestaanden.

Gemaakte keuzes.
I. Inadequate voorbereiding Dutchbat, laakbare houding jegens de lokale bevolking.
1. Ondeugdelijke opleiding, voorlichting en training van Dutchbat.
2. Volstrekt ontoereikende bewapening.
3. Selectie van ongeschikte officieren.
4. Onvoldoende toezicht en controle op moreel van Dutchbat.
II. Inadequate inzichten en reacties op de nijpende situatie in de enclave.
5. Volstrekt verkeerde informatiewinning.
Selectieve aandacht voor (pro-)Servische bronnen.
6. Nalatigheid m.b.t. het organiseren van de dringend noodzakelijke militaire versterking en ondersteuning, in de maanden voorafgaand aan de val van Srebrenica.
7. Eveneens nalatigheid m.b.t. bevoorrading vanuit de lucht (voedsel, medicijnen, brandstof, munitie, enz.).
III. Niet-toepassen van strategische opties & mogelijkheden binnen deze opties.
8. Geen of ontoereikende samenwerking met Moslim-milities.
9. Algemeen gebrek aan militaire professionaliteit.
O.m. de bijna absolute onwil om enig risico van slachtoffers onder eigen gelederen te accepteren.
10. Nalatigheid m.b.t. verzet tegen de Servische plannen, richtlijnen en bevelen.
Alsmede het niet-benutten van alle mogelijke resterende opties om levens te redden van mensen in - op dat moment [al] - onmiskenbaar levensgevaar.


Van der Velde, C.P. (2002):
Bescherming Srebrenica werd missie met marginale verantwoordelijkheid.
Brief namens Politiek Comité Stari Most (PCSM), aan de Tweede Kamer der Staten Generaal, t.a.v. de heer A.D. Bakker, voorzitter van de Parlementaire Enquêtecommissie 'Srebrenica', 8 dec. 2002, pp. 1-11.
Psychologische taalanalyse n.a.v. de transcripties van getuigeverklaringen uit de verhoren van het parlementair onderzoek.
Citaten ".. Wij beseffen dat de Enquêtecommissie voor de zware opgave staat om aan de oordeelsvorming over de Srebrenica tragedie een doorslaggevende bijdrage te leveren. ..
Oordeelsvorming over verantwoordelijkheid.
.. Juist op de punten van beslismomenten en keuzemogelijkheden menen wij dat de commissie soms onvoldoende doorvroeg.
De eigen verantwoordelijkheid volgens de actoren
Wat opvalt is dat de eigen verantwoordelijkheid door de taakgelastigden wel erg vaak als onbeduidend, bijna marginaal wordt voorgesteld. .. Steeds werd nalatigheid getoond om volledig de consequenties te nemen van de verantwoordelijkheid die men op een eerder moment op zich had genomen. .. Wat hiervan de functie is mag blijken uit het voordeel dat dit meestal oplevert: het vermijden van (extra) inspanningen en risico's, kosten en moeite. Op talrijke manieren werd en wordt door de diverse actoren uiting gegeven aan de boodschap: "voor de gebeurtenissen droegen wij geen verantwoordelijkheid". Hieronder een greep uit die tactieken, al in gebruik [bij beoordeling van de Balkan-oorlogen] sinds het begin der negentiger jaren, maar veelal terugkerend in de verklaringen tijdens de verhoren. Met dit overzicht kunnen veel van die beweringen worden ontmaskerd als tactische manoeuvres - en navenant worden beoordeeld op hun (on)aannemelijkheid.
Tactieken ter marginalisering van de eigen verantwoordelijkheid.
1. 'We hebben er geen belangen'.
Europa vertoonde in eerste instantie, in alle lagen van bestuur en bevolking, een typische afweerreactie. Waarneembaar waren aspecten van de bekende psychologische 'defensiemechanismen'.
De eerste 'buffer' bestaat uit een 'emotionele isolatielaag': desinteresse en onverschilligheid.
En in meer extreme vorm afstomping en cynisme: "We hebben er geen belangen, dus hebben we er niets te zoeken" (Hans Couzy, begin 1993).
2. 'We staan er buiten'.
Nodig was dus het afweren van emotionele betrokkenheid, via het mentale mechanisme annex instrument van buitenplaatsing (dissociatie): 'We hebben er niets mee te maken'. ..
3. 'Het zal wel goed komen'.
Een dosis positief denken mag niet ontbreken in de afweerreactie [de bekende 'naïviteit der Nederlanders']. Dus volgt ' wishful thinking'. Met name: 'het zal vanzelf wel goedkomen'.
4. Een spiraal van escalatie.
Er bleef vraag naar een 'plausibele verklaring' teneinde af te rekenen met de resterende cognitieve dissonantie tussen optimistische verwachting en onthutsende waarneming. .. Belangrijk onderdeel hiervan was het communicatiemodel van Watzlawick c.s. en de Palo Alto School, dat sedert 60-ies verbreid wordt in vrijwel alle opleidingen en trainingen op dit gebied.
Hierin staat centraal het 'escalatie-model' van conflicthantering, waarin alle vormen van geweld en conflicten per definitie worden beschouwd als effect van miscommunicatie, en daardoor spiralen van escalatie. Er is dus geen onderscheid te maken tussen aanval en verdediging, dader en slachtoffer: 'Waar twee vechten hebben er twee schuld'. ..
5. De mechanische geschiedenis.
Aan het escalatie-model werd nog de dimensie toegevoegd van historisch determinisme. ..
6. Afzijdigheid dankzij 'neutraliteit'
Men meende het best de vrede te dienen - of althans enige kans op vrede - door 'neutraal' te blijven, geen partij te kiezen en geen standpunt in te nemen. ..
7. Een beperkt mandaat.
De UNPROFOR troepen die door diverse landen naar de oorlogsgebieden werden uitgezonden, beriepen zich ter plaatse prompt op de strikte en nauwe begrenzing [vaak via een onjuiste interpretatie] van het VN mandaat. ..
8. De leugen van de 'veilige belegering'.
.. De wurgende belegering van deze gebieden [d.i. de 'veilige' gebieden] door de Serviërs was een kolossaal onrecht. Dat gold zeker ook voor Srebrenica, met ca. 40.000 inwoners waarvan 15.000 vluchtelingen uit door Serviërs 'etnisch gezuiverde' gebieden. De situatie werd echter - ook door Nederland - voorgesteld als een 'normale' en acceptabele patsstelling in een 'burgeroorlog', in plaats van een oorlogsmisdaad tegen burgers als onderdeel van onophoudelijke agressie in een aanvalsoorlog.
9. 'We waren opgezweept'.
Achteraf wordt - onder meer door het NIOD - beweerd dat politici en militairen waren " opgezweept door een nationaal gevoel dat er iets moest gebeuren". ..
[N.b. Dit maakt duidelijk dat politici en militairen hun eigen verantwoordelijkheid willen afschuiven. Het berust daarnaast op geschiedvervalsing. Dat zgn. 'nationale gevoel' was in die jaren (1991-1995) maar heel sporadisch merkbaar onder de bevolking: alleen bij vlagen, wanneer opnieuw ergere gruwelen over de Balkan oorlogen in het nieuws kwamen. Het werd nooit gedragen door een duidelijke meerderheid. Aan acties en demonstraties voor daadwerkelijke bescherming van de slachtoffers werd in die jaren door hoogstens 150 Nederlanders en 200 (Bosnische) Moslims deelgenomen. ]
10. Misleidende toezeggingen.
De verantwoordelijke ministers deden duidelijk toezeggingen van werkelijk defensieve actie.
"Als de veilige gebieden worden aangevallen, dan gaan we echt iets doen".
Hoewel werd toegegeven dat de militaire aanwezigheid kleiner was dan eerder gepland: " Die 400 man was in eerste instantie bedoeld om in groter geheel te opereren" (minister van Buitenlandse Zaken mr. P.H. Kooijmans, 22 juni resp. 23 juni 1993).
Voor parlement, media en publiek had de regering Lubbers de missie voorgesteld als: bescherming bieden, desnoods door verdediging.
"De militairen .. krijgen de missie om die gebieden ook daadwerkelijk te verdedigen; zij worden ook daartoe uitgerust. Eén en ander kan leiden tot een gewapend treffen ...
Ook luchtsteun, inclusief eventueel ingrijpen tegen artilleriestellingen die Moslims aanvallen, behoort tot de mogelijkheden" (minister-president Ruud Lubbers, op 23 juni 1993, tegenover de Tweede Kamer, tijdens het debat over de eventuele uitzending).
.. Er werden dus [uitdrukkelijke] toezeggingen gedaan op drie kernpunten:
(1) De uitzending zal dienen ter bescherming tegen een continue dreigend gevaar: een aanval door de Servische belegaars op de belegerde enclave.
(2) Bij een Servische aanval zal worden verdedigd en teruggeschoten.
(3) Door regering en leger zal alles worden gedaan om de garantie van VN-luchtsteun bij een Servische aanval te waarborgen.
Van deze toezeggingen zijn Kamerleden, media en actiegroepen (zoals ons Comité) vervolgens uitgegaan. Deze toezeggingen zijn echter door politici, ambtenaren en militairen niet nagekomen - en daarom misleidend gebleken.
11. Het 'vredesdenken' bij de Landmacht.
.. Het credo "dé-escaleren is altijd beter dan escaleren" werd verheven tot een een heilige wet, een absolutistisch dogma.
12. Terloopse 'bijstelling' van de missie.
a. Het deel 'verdedigen' viel af.
Allereerst werd de opdracht veranderd in: 'Wel beschermen, niet verdedigen'.
b. Het deel 'beschermen' werd omgekeerd: omkering van de opdracht.
.. Dutchbat moest namelijk niet de Servische opmars stuiten maar 'de Moslims 'in the pocket' houden'. Onderdeel van deze 'strategie' was eenzijdige ontwapening: namelijk van de zwakste, meest bedreigde partij, de belegerde Moslims. Daarentegen is nimmer een serieuze poging gedaan om de meest gevaarlijke, meest agressieve en meest bewapende partij, de Servische belegeraars, te ontwapenen [!].
Kortom, men is de facto de aanvallers c.q. belegeraars gaan 'beschermen' tegen de bedreigden c.q. belegerden. Er was dus structureel sprake van 'asymmetrisch optreden': pro-Serviërs.
13. Een beroep op onmacht.
De Nederlanders geven zichzelf achteraf een brevet van onvermogen. ..
a. Zelf-gekozen zwakte.
b. 'Eenzaamheid' .
De Nederlandse militairen poseren zich als welhaast de grootste slachtoffers in het drama. Zij menen door welhaast ieder in de steek te zijn gelaten, in binnen en buitenland.
c. Gevaren en risico's.
Toen het op vechten aankwam was één dodelijk slachtoffer (Raviv Rensen) aan eigen zijde, voldoende om elk spoor van vechtlust der Dutchbat soldaten te laten wegvloeien.
14. Bescherming zonder énige actie of waarborg.
Tevoren koos men voor ultra-lichte slagkracht, bij aanhoudende onzekerheid over het luchtwapen. Daardoor was de handelwijze al bij voorbaat bepaald:
a. Niets doen, ongeacht Servische aanval.
a1. Komt er géén Servische aanval, dan hoef je niets te doen.
a2. Komt er wèl een Servische aanval, dan hoef je ook niets te doen: want daar ben je te zwak voor.
b. Niets doen, ongeacht luchtsteun.
b1. Komt er vervolgens wèl luchtsteun van de VN, dan hoef je verder niets te doen: want dan komt alles automatisch goed.
b2. Komt er dan echter géén luchtsteun van de VN, dan hoef je helemáál niets te doen: want dan kun je enkel toekijken.
Het laatste is ook, zoals we weten, hoe het gegaan is.
15. Onwetendheid.
Een steeds terugkerend verweer van politici, ambtenaren en militairen heeft de strekking: 'We wisten het niet, dus we konden niet anders'.
.. Wij menen dat hier feilloos de bekende juridische formulering op zijn plaats is: Men ' wist of had redelijkerwijze kunnen weten, dat ..'.
16. De kans was geen 100 procent.
De aanval en massamoord door de Serviërs waren tevoren redelijkerwijs te verwachten.
17. 'We werden verrast'.
.. Er was in het directe blikveld van Dutchbat al een overweldigende hoeveelheid aanwijzingen dat de gewoonte van Mladic om massale oorlogsmisdaden te plegen, ook hier 'gewoon' doorgang zou vinden.
18. Een spontane inval (van de Serviërs).
.. De massamoord gebeurde, zo heet het, 'onder de druk der gebeurtenissen'. Het was dus ook voor de Serviërs een soort 'ongelukje'. Nòg een reden waarom de Nederlanders het niet konden voorzien ..
19. Een vreemde 'lotsverbondenheid'.
.. De zgn. 'lotsverbondenheid' werd gezien de resultaten toch vooral jegens de Serviërs getoond.
Het ontaardde in een tolerantie voor terreur die voor velen fataal is geworden.
20. De kater.
Het is allemaal wat anders gelopen dan was verhoopt.
a. 'Blaming the victim'.
b. Domme pech.
c. 'We waren naïef'.
d. Zelf-verklaarde 'Oenigheid'.
e. 'De bedoelingen waren goed'
De kern van de Nederlandse medeverantwoordelijkheid.
.. De context was hier het gruwelijke strijdtoneel op de Balkan sedert 1991. Tevoren had men moeten zorgen een realistisch en eerlijk oordeel te vormen over die realiteit. .. Allereerst had de politiek kunnen kiezen voor een heldere, objectieve en op feiten gebaseerde politieke stellingname over de conflicten op de Balkan. .. Zodra bleek dat de steun of medewerking van andere landen - zoals toegezegd, of verwacht, of verhoopt - uitbleef, had men zelfstandig de keuze moeten maken voor een realistische benadering: dat wil zeggen een positie van overmacht en superieure slagkracht. Dat zou op zijn minst in het belang zijn geweest van de eigen mensen.
.. Men had, kortom, tenminste werkelijk kunnen probéren om een beter resultaat te behalen. Wij menen dat er overvloedige aanwijzingen zijn, dat vele beschikbare opties daartoe niet benut zijn. Nog kwalijker is de wijze waarop men achteraf tracht zich vrij te pleiten van eigen verantwoordelijkheid en er niet voor terugschrikt de feiten te vertekenen: zoals uit het bovenstaande overzicht mag blijken. De geschiedenis zal de waarheid ongetwijfeld aan het licht brengen. Wat ons betreft gebeurt dit liever vandaag dan morgen: bij voorkeur al met de eindconclusies van deze Parlementaire Enquête."


Van der Velde, C.P. (2002):
Medeverantwoordelijkheid van Nederlanders voor massamoord Srebrenica.
Analyse (versie 9.1) 25 juli 2006, pp. 1-17.
Nieuwe, herziene en uitgebreide versie. Ter verspreiding onder publiek en media op de 12e Srebrenica herdenking te Den Haag.
".. De medeverantwoordelijkheid van sommige Nederlanders voor de misdaden in Srebrenica volgt uit de volgende zeven hoofdpunten:
1. De Servische oorlogsmisdaden waren ruim tevoren voorspelbaar.
2. De Nederlandse politiek van 'neutraliteit' gaf de oorlogsmisdadigers de vrije hand.
3. De beslissing tot uitzending van Dutchbat als 'vredeshandhavers' was onverantwoord.
4. De beschermingsmogelijkheden van Srebrenica werden door de Nederlanders ondermijnd.
5. Wangedrag van Dutchbatters in Srebrenica.
6. Nalatigheid of zelfs medeplichtigheid bij oorlogsmisdaden.
7. Door politici en militairen is achteraf een kwalijke doofpot campagne gevoerd.


Fragment uit '

Dagvaarding

voor de Rechtbank 's-Gravenhage
, betekend 4 juni 2007 '
( Van Diepen Van der Kroef Advocaten © 2007).
In de civiele procedure aanhangig gemaakt door Van Diepen Van der Kroef Advocaten te Amsterdam, ten verzoeke van
nabestaanden van de slachtoffers van de val van de enclave Srebrenica, eiseressen sub 1 tot en met 10 (met het oog op de leesbaarheid hierna gezamenlijk aangeduid als: 'eiseres') en eiseres sub 11, [nl.] de stichting Stichting Mothers of Srebrenica, (verder te noemen: 'de Stichting'),
contra
1. de Staat der Nederlanden (Ministerie van Algemene Zaken), zetelende te 's-Gravenhage;
2. de rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie De Verenigde Naties, zetelende te New York City (NY 10017), New York, Verenigde Staten van Amerika, aan de First Avenue at 46th Street.
Citaten ".. 3. De grondslag voor de vorderingen van eiseres en de Stichting is het handelen, althans het nalaten, van de Nederlandse Staat en de VN, in het kader van de uitvoering van onder meer VN-resoluties 819, 824 en 836, om de door de VN tot 'Safe Area' uitgeroepen enclave Srebrenica en de zich aldaar bevindende burgers te beschermen tegen de aanvallen van de Bosnische Serven.
Daarbij zijn - samengevat - de volgende aspecten van belang:
• [Zwakke, ongeschikte uitzending]
De Nederlandse Staat zond naar de Safe Area Srebrenica een bataljon soldaten uit dat niet geëquipeerd, niet opgeleid en niet geestelijk voorbereid bleek om de opgedragen militaire taken uit te voeren;
• [Niet de toegezegde humanitaire hulp]
De toegezegde humanitaire hulp in de Safe Area Srebrenica bereikte de bevolking niet of nauwelijks;
• [Ondanks voorkennis geen voorbereiding op aanval]
Ondanks voorkennis dat de Bosnische Serven de Safe Area Srebrenica in juli 1995 onder de voet wilden lopen, werden door de Nederlandse Staat noch de VN ter zake maatregelen genomen;
• [Geen verdediging, onmiddellijke capitulatie bij aanval]
Tijdens de aanval op de Safe Area Srebrenica, die zes dagen duurde, bleek er geen serieuze bereidheid om de Bosnisch-Servische aanval te stoppen. Daarbij werden militaire stellingen door de VN-troepen zonder slag of stoot opgegeven. Zoals later is komen vast te staan, besloten de Bosnische Serven pas de gehele enclave in te nemen, nadat zij bij hun aanval geen militaire weerstand ondervonden;
• [Ontnemen van verdedigingsmogelijkheden, geen nakoming toegezegde bescherming]
Ieder verzoek van de bewoners van de Safe Area om teruggave van de eerder ingenomen wapens ter eigen verdediging, werd resoluut door de VN-troepen van de hand gewezen. Die afwijzing ging telkens vergezeld van de toezegging dat de VN-troepen de verdediging van de Safe Area op zich hadden genomen en dat de VN-troepen die verdediging voor hun rekening zouden nemen;
• [Belemmeren of afblazen van luchtsteun]
Het luchtwapen werd consequent niet ingezet of getraineerd. Vlak voor de val van de Safe Area werd de luchtsteun door de Nederlandse Staat zelfs tegengewerkt. Later zou de VN over het uitblijven van luchtsteun concluderen dat zelfs bij de meest terughoudende uitleg van het mandaat aan alle voorwaarden voor de inzet van luchtsteun was voldaan;
• [Geen actie om massale oorlogsmisdaden te stoppen of te voorkomen]
Nadat de Safe Area op 11 juli 1995 was gevallen, werd nagelaten de weerloze burgerbevolking te beschermen tegen de Servische troepen, ondanks het feit dat tot het laatst toezeggingen werden gedaan om haar te beschermen. Hierdoor werd niet voorkomen dat honderden vrouwen werden verkracht en vermoord en werd niet voorkomen dat duizenden mannen en jongens systematisch werden afgevoerd, gemarteld en geëxecuteerd. Uiteindelijk zouden tussen de 8.000 en 10.000 vluchtelingen de dood vinden;
• [Geen melding van waarneembare oorlogsmisdaden]
Ondanks het feit dat de Nederlandse troepen getuige waren van oorlogsmisdaden, werden deze niet gerapporteerd. Ook de waarnemingen van oorlogsmisdaden door de in de Safe Area aanwezige militaire waarnemers van de VN leidden er niet toe dat maatregelen werden genomen. Nu de meeste executies plaats vonden in de dagen ná de val van de Safe Area en tot weken daarna aanhielden, hadden mogelijk nog veel vluchtelingen kunnen worden gered."
Inhoud:

Feiten.


1. De oorlog in het voormalig Joegoslavië 6
2. VN-resoluties 19
- Introductie Safe Area 21
- Tekst VN-resoluties en toelichting secretaris-generaal 22
- Duiding tekst VN-resoluties en toelichting secretaris-generaal 28
3. Rules of engagement 32
4. Nederlandse bijdrage: Dutchbat 39
- Totstandkoming besluit Nederlandse bijdrage 40
- Keuze voor Luchtmobiele Brigade 42
- Bewapening 45
- Opleiding en ervaring 51
- Intelligence 54
5. De commandostructuur van UNPROFOR 57
- UNPROFOR in Zagreb 59
- Bosnië-Herzegovina Command in Sarajevo 60
- Sector North East in Tuzla 61
- Dutchbat in de Safe Area Srebrenica 62
6. De val van de Safe Area Srebrenica 64
- De aanloop 64
- Nijpende situatie Safe Area 67
- Belang observatieposten 74
- Voortekenen/voorkennis van de aanval op de Safe Area 78
- Opgave van observatiepost E op 3 juni 1995 85
- Periode 6 tot en met 11 juli 1995 91
- Opgave van observatiepost F (OP-F) 95
- Opgave van observatiepost U (OP-U) 97
- Opgave van OP's S, K en D 99
- Bevel tot innemen van blocking positions 103
- Luchtsteun en verdere ontwikkelingen op 9 juli 1995 106
- Gebeurtenissen op 10 juli 1995 116
- Gebeurtenissen op 11 juli 1995 129
- Bevelen uit Sarajevo 148
- Opgave van de resterende observatieposten (OP's) 155
7. Haagse bemoeienis 163
8. Het lot van de bevolking vanaf 11 juli 1995 176
- De vlucht door de bossen 186
- De vlucht naar de VN-compound 189
- Aankomst vluchtelingen bij de VN-compound 192
9. Regels voor het melden van oorlogsmisdaden 200
10. Situatie op en rond de VN-compound 202
- Instelling mini Safe Area 206
- Oorlogsmisdaden in mini Safe Area 207
11. Geconstateerde oorlogsmisdaden 212
- Beschrijving oorlogsmisdaden in NIOD-rapport 212
- Door militaire waarnemers van de VN (UNMO's) geconstateerde oorlogsmisdaden 231
- Door Médecins Sans Frontières (MSF) geconstateerde oorlogsmisdaden 233
- Eiseres als getuige van oorlogsmisdaden 234
12. Noodzakelijkheid melden oorlogsmisdaden 247
13. Rol Dutchbat bij scheiden mannen-vrouwen en bij deportatie 253
14. Reacties op de val van de Safe Area 267
15. De individuele omstandigheden van eiseres 273
16. De Stichting Mothers of Srebrenica 284

Juridische kwalificatie.


Inleiding 288
1. Rechtsmacht en relatieve bevoegdheid 289
2. Rechtspersoonlijkheid VN 293
3. Toepasselijk recht: vorderingen gebaseerd op het civiele recht 298
3.a. Toepasselijk recht op de overeenkomst 300
3.b. Toepasselijk recht op de onrechtmatige daad 305
4. Civielrechtelijke aansprakelijkheid 310
- Wanprestatie: aangaan van verplichtingen 310
- Wanprestatie: tekortkomingen in de nakoming 314
- Vasthouden aan het wapenembargo 319
- Actief belemmeren verzet 320
- Demilitarisering 321
- Weigering om wapens terug te geven 323
- Geen verdediging door VN en Dutchbat 324
- Air Strikes 327
- Het niet melden van oorlogsmisdaden 329
- Onrechtmatig handelen VN en Nederlandse Staat 336
5. Volkenrechtelijke aansprakelijkheid 338
5.a. Inleiding 338
- Voorwaarden voor aansprakelijkheid staten 343
- Voorwaarden voor aansprakelijkheid internationale organisaties 345
5.b. Toerekening 347
- Toerekening aan de VN 348 -Dubbele toerekening 362
- Effective Control door Nederland 364
- Toerekening aan Nederland door het niet waarborgen van de Geneefse Conventies 369
5.c. Schending van internationaal recht 376
- Schending mandaat 378
- Schending van internationaal humanitair recht 386
- Genocide 394
- Schending mensenrechten 412
- Recht op leven 413
- Humanitaire verzorging 417
5.d. Rechtsgevolgen van de volkenrechtelijke aansprakelijkheid 418
6. Effectuering aansprakelijkheid 423
7. Schade en causaal verband 438
III. Verweer Nederlandse Staat en de VN 442
1. Verweer Nederlandse Staat 443 2. Immuniteit van de VN 447
IV. Bewijsaanbod 466
Van Diepen Van der Kroef Advocaten © 2007.


Van der Velde, C.P. (2007):

(Vermeende) Immuniteit van VN ten aanzien van wanprestatie in Srebrenica: beter echt weerleggen.


Analyse van de non-immuniteitsargumentatie in de dagvaarding van van Van Diepen Van der Kroef Advokaten, betekend 4 juni 2007. Pleidooi voor betere onderbouwing van de weerlegging van de immuniteitsaanspraken van VN ten aanzien van de Srebrenica-missie.
Citaten Uit correspondentie en gesprekken aan mr. M.R. Gerritsen en mr. dr. A. Hagedorn, juni/juli 2007.
"Het leek mij goed om ter gelegenheid van ons gesprek op 28 juni a.s. een concreet voorbeeld uit te werken van een systematische analyse volgens mijn methodiek.
Hiervoor neem ik de toegepaste betoogtrant in nrs. 447-450 op grond van artikel 105 van het VN-handvest.
.. Ik wees u op het verschil tussen twee zaken: (1) "such privileges and immunities as are necessary for the fulfilment of its purposes" (VN artikel 105), en (2) " immuniteit voor zover dat nodig is voor het vervullen van de doelstellingen van de VN" (uw parafrase in nr. 448).
Het punt is dat (1) 'such .. as are necessary for', oftewel 'zodanig .. als nodig is voor ..', vraagt om voldoende immuniteit als nodig is, terwijl (2) 'voor zover nodig is voor' .., doelt op niet meer immuniteit dan nodig is.
Anders gezegd, het eerste definieert een minimum c.q. ondergrens, het tweede stelt een maximum c.q. bovengrens. Een essentieel verschil.
Van uw parafrase is het uiteraard een kleine stap naar uw volgende predikatie: " immuniteit beperkt tot hetgeen noodzakelijk is voor de vervulling van de doelstellingen" (in nr. 450).
Alleen, logisch is dit een omkering van voldoende en noodzakelijke voorwaarde, [..]
De VN-regel (1) betreft uitsluitend een minimum dat de VN voor zichzelf opeist, en geenszins (2) een maximum waarmee zij zichzelf zou beperken. Kortom, (2) volgt niet uit (1).
[..]
Het is uiteraard denkbaar dat een rechter in zo'n redeneerfout een probleem zal zien, daarvoor hoeft men geen jurist te zijn.
U kunt natuurlijk betogen dat de VN-regel (ad 1) in dit geval geen geldingskracht heeft, op grond van een baseline principe: immuniteit geldt by default niet voor enige persoon of rechtspersoon (zie mijn brief van 26 juni); het vereist immers een uitzonderingsvoorwaarde. U kunt aanvoeren dat de gronden voor immuniteit ontbreken omdat de premissen voor (1) niet vervuld zijn. Bijvoorbeeld omdat vervulling van de doelstellingen [van de VN] in die situatie [d.i. de aanval op Srebrenica] niet aan de orde was - quod non - of niet aan bod kwam, althans niet op enigszins beduidende wijze.
De wederpartij kan hierop echter tegenwerpen dat zij een inspanningsverplichting aanging en niet een resultaatverplichting. Zij kan [opnieuw] aanvoeren dat de inspanning [in voldoende mate] gepleegd is, ten behoeve van de doelstelling, maar dat de feitelijke vervulling van de doelstelling in die omstandigheden niet haalbaar c.q. uitvoerbaar was. [d.w.z. een beroep op overmacht]. Tot dusver is deze laatste lijn van verweer (helaas) succesvol geweest, en moet dus terdege worden weerlegd.
U stelde terecht dat 'betrokkenheid bij massamoord' zeker niet een doelstelling is van de VN, eerder het tegendeel. Dit kan hier echter alleen een relevant argument tégen de immuniteit zijn als het omgekeerde van (1) geldt, nl. (2) - maar die moet dan op andere premissen dan (1) worden waargemaakt.
Daarnaast is 'betrokkenheid bij oorlogsmisdaden' juist hetgeen te bewijzen staat - en ongetwijfeld met vuur zal worden betwist - dus misschien niet iets wat a priori kan worden aangevoerd. Maar dat is bij uitstek iets voor juristen ter beoordeling.
[..]
Voor het welslagen van de rechtsprocedure hoop ik oprecht dat u onnodige risico's voor uw cliënten zal weten te vermijden".

Het betoog van H&G ter betwisting van het beroep door de VN op immuniteit werd dan ook vijf jaar later door de Hoge Raad verworpen.
"Hoge Raad verleent absolute immuniteit aan de VN en weigert daarmee de Moeders van Srebrenica een rechtsgang tegen de VN wegens de volkerenmoord in 1995."
( Van Diepen Van der Kroef Advocaten © 2012, Persbericht, 13 april 2012)..


Fragment uit '

Persbericht 13 april 2012:


Hoge Raad verleent absolute immuniteit aan de VN en weigert daarmee de Moeders van Srebrenica een rechtsgang tegen de VN wegens de volkerenmoord in 1995


( Van Diepen Van der Kroef Advocaten © 2012).
'In de procedure van de 6.000 nabestaanden van de genocide in Srebrenica (bekend als de 'Moeders van Srebrenica')
tegen de Nederlandse Staat en de VN' ..
Citaten ".. heeft de Hoge Raad vandaag absolute immuniteit aan de VN toegekend.

De Moeders van Srebrenica zijn van mening
[..] [dat de VN] alsnog verantwoording moeten afleggen voor hun rol bij de genocide in Srebrenica in 1995.
  • dat de VN als de internationale voorvechter van de mensenrechten niet boven de wet mogen staan
  • Ondanks het feit dat de VN zich al in 1946 hebben verplicht om een effectieve rechtsgang in het leven te roepen, zijn de VN deze verplichting nog steeds niet nagekomen.
  • Dit is in strijd met fundamentele Europese grondrechten en met rechtspraak van het Europees Hof voor Mensenrechten (EHRM) en het Europees Hof van Justitie (HvJ EG).
  • De vraag of de VN absolute immuniteit geniet, dus ook in een zaak waar het gaat om de ergste schendingen van mensenrechten, is met het oog op de de fundamentele Europese grondrechten principieel van aard. Eén van deze Europese grondrechten is immers het recht op een effectieve rechtsbescherming. De Hoge Raad heeft geweigerd om deze principiële vraag voor te leggen aan het Europees Hof van Justitie.
  • De VN heeft bij herhaling verklaard dat zij zijn gebonden aan de mensenrechten, maar achten zich hieraan in dit geval niet gebonden en zijn niet verschenen in de procedure.
  • Daarnaast blijft de politieke vraag: Hoe kunnen de VN geloofwaardig volhouden dat zij voor de mensenrechten vechten, terwijl zij deze rechten zelf niet naleven?
  • Reductio ad absurdum:]
    Het gevolg van het arrest van de Hoge Raad is dat de VN nooit aan rechterlijke controle kan worden onderworpen. Daarmee wordt de VN absolute macht toebedeeld. Als dit oordeel in stand blijft, worden de mensenrechten ondergeschikt gemaakt aan deze absolute macht. Dat is politiek, menselijk en juridisch onaanvaardbaar.

De Moeders van Srebrenica zullen zich daarom tot het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg wenden."


[*PSF-BGN.]